Lex brengt met zijn derde oog het dagelijks leven in De Pijp in beeld
Lex Banning heeft een derde oog. Een uniek derde oog, waarmee hij – voornamelijk op straat – dingen ziet, die anderen vaak niet zien. En met dat derde oog legt Lex alles wat hij tegenkomt vast om het vervolgens dagelijks te delen op Facebook. ‘De Pijp by Lex’ heet die pagina, dat derde oog is zijn camera.
De Pijp, een van de meest spraakmakende wijken van Amsterdam, heeft zijn hart gestolen. Hij woont er nu bijna 25 jaar, maar kwam pas een aantal jaren geleden op een andere manier met de wijk in contact, toen hij in opdracht foto’s nam in het kader van ‘Oog op…’ “Het bedrijf werkte door het hele land ‘Oog op Deventer’, ‘Oog op Zwolle’, noem maar op”, vertelt hij.”Ik werd ingezet voor ‘Oog op Amsterdam’, maar dat is gewoon veel te groot. Ik heb dat gereduceerd tot ‘Oog op De Pijp’. En daar is eigenlijk ‘…by Lex’ uit ontstaan.”
De nv ‘Oog op…’ richtte zich voornamelijk bedrijven, maar daar ligt niet de focus van Lex. “Mijn passie is straatfotografie. Ik vind dat ontzettend leuk om te doen, maar ik wil de foto’s en de verhalen die erbij horen natuurlijk ook kwijt. Ik wil laten zien, wat ik zie. Zo ontstond de Facebookpagina, nu drie jaar geleden: De Pijp by Lex. De wijk is zo ontzettend mooi, de architectuur van de Amsterdamse school, prachtig. Het stikt hier van de pareltjes. Alleen je moet ze wel zien.” En hij ziet ze. Het zijn de verhalen die hij op straat tegenkomt, de foto’s die hij schiet tijdens zijn vele wandelingen door de wijk.
“In principe publiceer ik elke dag een foto en meestal zit daar wel een verhaal bij. Dit is een mooie week om te laten zien”, gaat hij verder, terwijl hij zijn laptop opent. “Deze dan”, wijst hij op een post met de titel ‘Solidariteit in moeilijke tijden’. “Ik hoor een vrouw roepen, en ik heb dan een soort sixth sense, op een manier waardoor ik het gevoel krijg dat er meer aan de hand is. Ik dacht ‘even kijen wie ze nu aanspreekt’, volgens mij was het een zwerver. En ze sprak hem aan op een manier dat ik het idee kreeg, dat er al een link was. Ze gaf hem een tros bananen, hij pakte er een af en gaf de rest terug. Waarschijnlijk had hij er aan één genoeg. Dat vond ik zo bijzonder.”
Dan: “Ook heel bijzonder dat dit bedrijf – een pannenkoekzaak – dit doet. Ik heb ze al eerder op Facebook gezet en niet al te complimenterend de eerste keer. Toen ze er kwamen dacht ik: ‘ja hoor, weer een van die pannenkoekenjongens. Nou, die zit er niet voor ons, maar puur voor de toeristen’. Ik noem de Ferdinand Bol ook wel eens de vreetsteeg, zo veel eettenten zitten er. Maar eerlijk is eerlijk, ze hebben de prachtige gevel met glas-in-lood-ramen in ere gehouden. En dan zoiets. Ik vind het heel mooi dat zo’n bedrijf dit doet. Ik moest het vastleggen en delen op Facebook.”
Het is een van de toevalstreffers die hem vaker overkomen. Hij kwam in dit geval op het juiste moment net de vinylzaak schuin aan de overkant uit, waar hij hoopte een plaatje te scoren. Toen hoorde hij de vrouw roepen. “Je loopt echt letterlijk tegen de verhalen aan. Ik heb ook altijd een camera bij me. Soms begint het bij het verhaal, maar vaak genoeg ook valt mijn oog op iets opmerkelijks en maak ik daar een foto van en ga ik later achter het verhaal aan dat erbij hoort. Maar het gebeurt ook dat ik de verhalen opzoek. En vaak zijn het ook aannames, daarom houd ik altijd een slag om de arm in de tekst. Ik weet ook niet altijd voor honderd procent wat er aan de hand is.”
Internet is voor hem een bron van informatie, maar Lex bezoekt ook regelmatig het stadsarchief. “Ik spreek ook mensen aan, want dat maakt het juist extra leuk. Het contact met de mensen. En juist door die contacten hoor je weer van alles, waarmee ik aan de slag kan. En het is ook heel vaak toeval. Dan loop ik door de wijk en zie ik een deur open staan. Dan ga ik naar binnen. Niet bij woonhuizen natuurlijk, maar binnentuinen bijvoorbeeld. Soms word je weggestuurd ja, maar meestal heb ik dan de foto al.”
In het kader van ‘herinnert u zich deze nog’, haalt hij de Facebookpost over de Spaanse delicatessenzaak La Tienda aan. “Die zat in de Eerste Sweelinckstraat en werd gerund door twee broers. De tent is al meer dan twintig jaar weg, maar zo’n verhaal doet het altijd nog goed. Er werd enorm op gereageerd met allerlei herinneringen aan de zaak. Niet alleen uit De Pijp, ook van bewoners die zijn verhuisd, maar de zaak nog heel goed kennen. Er zit nu een kledingzaak in. De zoveelste, dus de ziel is eruit. Die mix maken, vind ik leuk. En dit soort verhalen, een beetje terug in de tijd, slaat altijd aan. Daar gaan mensen op los.”
Toch zijn het juist niet de mensen, waarop hij zijn camera richt. “Het gaat me niet om de mensen, tenzij het onderwerp daarom vraagt, maar om het decor. Ik gebruik dan ook een lange sluitertijd, waardoor het decor scherp is, maar de mensen door hun beweging vervagen. Het worden bewegingsonscherpe foto’s. Je krijgt dan zo’n slepend effect. Dat past ook heel mooi bij zwart/wit-fotografie en is handig in het kader van de privacy. Neem de nieuwe speeltuin in het Sarphatipark. Daar wilde ik natuurlijk een post van maken, ook omdat kinderen hebben meegedacht over het ontwerp. Ook daar heb ik een lange sluitertijd gebruikt, zodat de kinderen vervagen in de beweging.”
Lex Banning is misschien gepassioneerd als hij over fotografie praat, maar zeker niet minder gepassioneerd over de wijk, waarin hij nu bijna een kwart eeuw woont. “Ik ben in die tijd van De Pijp gaan houden. De Pijp is speciaal voor mij. Het is een dorp. Nee, het is geen volksbuurtje meer, het is verjupt. Maar die kentering zag je 25 jaar geleden al ingaan. Maar het blijft een veelzijdige wijk. Er woont hier nog steeds van alles. Het mooie van mijn vak is niet het maken van de foto, maar het sociale contact. Mensen zijn vaak met hele mooie dingen bezig en dat weten ze zelf niet. Dat verhaal zoek ik. Dat soort verhalen maakt De Pijp zo rijk.”