Beelden
De foto van een verdronken peuter, liggend op zijn buik op het strand. Zijn gezicht naar de zee. Amper drie jaar oud. Verdronken, omdat zijn ouders op weg waren naar het Westen. Op zoek naar een beter leven, maar vooral ook op zoek waren naar een leven in veiligheid. Op zoek naar een plek waar hun zoontje in alle rust kon opgroeien naar een betere toekomst. Een foto uit 2015 die menigeen keihard confronteerde met de vluchtelingencrisis.
Oorlogsbeelden die de destructieve aard van de mens blootleggen, tonen beelden van verwoesting, dood en verderf. Kapotgeschoten huizen, verlaten straten, uitgebrande auto’s. Her en der zie je restanten van spullen die ooit van iemand zijn geweest. Het slaat bij mij keihard in als er ontheemde kinderen in beeld komen, bij wie de levenslust en de onschuld uit de ogen is gebombardeerd. Kinderen horen, waar dan ook ter wereld, een onbezorgde jeugd te hebben.
Elke ramp, zelfs het kleinste ongeluk, heeft zijn beklijvende beelden. Zeker als er kinderen in beeld komen. Het zijn beelden die een humanitair drama een gezicht geven, die de afstand tot de plek van de ramp in een fractie van een seconde tot bijna nihil terugbrengen alsof het aan de overkant van de straat is gebeurd. Beelden die empathie versterken, omdat het associaties oproept die van toepassing zijn op je eigen omgeving, je eigen sociale domein.
De aardbevingen in Turkije hebben tot dusver aan meer dan 45.000 Turken en Syriërs het leven gekost. Meer dan twee weken nadat de aarde in beweging kwam, is de ware omvang van deze humanitaire ramp nog steeds niet in zicht. Talrijke foto’s en beelden in de media geven onvergelijkbaar menselijke leed weer, tonen de verwoesting die het natuurgeweld in veel families heeft aangericht. Ingestorte huizen kunnen worden herbouwd, maar het verlies van een mensenleven, het verlies van een kind is onherstelbaar.
Mij staat één beeld voor de geest, en in het geheugen gegrift. Ergens in het zwaar getroffen gebied zit een vader op de puinhopen van wat eens zijn huis was. Hij houdt angstvallig de hand vast van zijn overleden dochter die bedolven onder het puin ligt. De ontreddering, het verdriet en de machteloosheid… “Ik heb geprobeerd om met blote handen te graven om mijn prinses te redden, maar het lukte niet”, vertelt hij zijn verhaal in de media.
Ik voel denkbeeldig de hand van mijn eigen kinderen in mijn hand, als we vroeger samen naar school liepen of een wandeling maakten. Ik voel de tere vingertjes van mijn kleindochter die mijn vinger omsluiten. Ze is bijna 3 jaar, net zo oud als het Koerdisch-Syrische drenkelingetje toen. Zij is mijn prinsesje. En ik wens in stilte dat het onbeschrijfelijke verdriet dat deze beelden weergeven, mij bespaard zal blijven.
Nol de Vries