Behulpzaam

Je komt ze altijd wel ergens tegen, die van ‘vroeger-was-alles-beter’. Ik probeer ze er altijd van te overtuigen dat ‘vroeger-alles-anders-was’ en dat hun opa’s en oma’s ook in een heel andere tijd dan zij leefden en dat dit ook geldt voor hun in vergelijking met de generatie erna of een nog jongere generatie. Jongeren zijn zo…, oudjes doen dit…, de jeugd is.. of die bejaarden weten… generaliseren leidt tot polarisatie en dat is nu juist wat we moeten zien te voorkomen. Anders denken, andere ideeën of overtuigingen hebben; allemaal prima. Respect en begrip hebben voor dat anders denken, die andere ideeën en die andere overtuigingen; nog veel beter.

Tijdens een wandeling door het Vondelpark steken twee oudere dames, beide achter een rollator, het drukke fietspad in het verlengde van het park over aan de zuidzijde. Het is niet verwonderlijk dat deze dames de snelheid van de doorsnee fatbike moeilijk kunnen inschatten. De aanstormende meiden – met z’n tweeën op de fiets – kunnen de dames maar net ontwijken, maar slippen onderuit. Gelukkig blijft de schade beperkt tot wat schaafwonden op de handen en een scheur in de broek.

‘Kom heel even zitten’, zegt een van de dames, zichtbaar geschrokken, en biedt haar rollator aan. De meiden proberen het af te wimpelen, maar met behulp van de doortastende tweede dame zitten ze niet veel later inderdaad op de rollator. Met beiden een pakje taksi, door een van de dames gekocht voor haar kleindochter. Ik hoor een van de dames nog vragen ‘is dit nu zo’n vetfiets…?’ terwijl ik verderloop sterft het gegiechel van de meiden langzaam weg, maar als ik even later omkijk, zijn ze in een gesprek verwikkeld met z’n vieren.

Een paar dagen later zit ik op het perron van het NS-station op Schiphol. Ik heb net de trein gemist en moet nog twintig minuten wachten. Ondertussen rijdt de trein richting Den Haag binnen, maar die is te kort om ook tot ons deel van het perron te komen. Een jonge man van in de twintig, die nog verder weg op het perron stond te wachten. Loopt richting de trein maar stopt bij mij. Hij tikt me aan en wijst op de trein… ‘Hij is daar al gestopt’, zegt-ie. Ik knik, begrijp dat-ie bang is dat ik deze trein moet hebben en niet heb gezien dat de trein er al is. ‘Ik hoef deze niet te hebben. Maar bedankt.’ Hij tikt een vrouw aan, die verderop het bankje met een koptelefoon op naar haar mobieltje tuurt en wijst opnieuw op de trein. Hij krijgt van haar hetzelfde antwoord en hij loopt in snel tempo richting de trein.

Vrolijk kerstfeest allemaal.

Nol de Vries

0 Shares