Columns

OV

Ik reis graag met het ov. Alhoewel er altijd reden tot klagen is – je kunt het nooit iedereen naar de zin maken – kun je bijna alle uithoeken van de stad met tram, bus of metro bereiken. En ja, soms moet je overstappen en ik snap dat dit niet voor iedereen zonder moeite gaat. Even een paar decennia terug in de tijd. Het ov heeft in al die jaren allerlei soorten van vervoersbewijzen gehad. Ik herinner me, ver voor de invoering van het zônestelsel de stempelkaarten. In automaten op straat kom je dergelijke kaarten, die het formaat van creditkaart hadden, kopen.

Aan weerskanten, zowel aan de bovenkant als de onderkant kon je de kaart (laten) afstempelen. Vaak via een geel apparaat met gleuf in de bus of tram. De Amsterdamse metro was toen nog slechts een ontwerp op de tekentafel.

Om zo’n ov-stempelkaart uit de automaat te halen, stopte je het vereiste bedrag in munten in de automaat, trok aan een knop en vervolgens kwam de kaart via een gleufje naar buiten. In Landsmeer, wij woonden in West maar mijn ouders hadden daar een boot liggen, stond ook zo’n apparaat. Toen we daar op een dag met schemering langsliepen, trok ik als kind – kinderen zitten graag overal met hun handen aan – aan de knop en wie schetst mijn verbazing… er kwam een kaart uit. Ik trok nog een keer, en opnieuw toverde ik daarmee een kaart tevoorschijn.

En ja, als je als Nederlander iets gratis kunt krijgen, ga je ermee door. Samen met mijn moeder, bijntijd en wijle schuw om ons heen kijkend, heb ik dat apparaat volledig leeg getrokken en met een stapel van tientallen ov-kaarten ging ik naar huis.

Met die kaarten heb ik destijds het complete Amsterdamse ov leren kennen, want samen met een vriendje reisde ik als vrijetijdsbesteding met alle tram- en buslijnen in die tijd van begin tot eindpunt en vice versa en dat meerdere keren. Niet alleen leerden we daarmee het complete hoofdstedelijke ov-netwerk uit ons hoofd – waarmee ik tientallen verloren toeristen een dienst heb kunnen bewijzen – maar leerden we ook talloze straatnamen en wegen kennen. Regelmatig leerde ik op die manier, als de bus of tram ergens de hoek omging, de meest ideale verbindings- en sluipweggetjes kennen.

En daar heb ik nu nog profijt van. Als het ergens vaststaat in de stad (en dat gebeurt regelmatig) of opbrekingen zijn (en dat gebeurt aan de lopende band), weet ik bijna blindelings mijn weg wel te vinden. Mijn kennis over het ov is wel wat verwaterd, maar dat is mede te te danken aan alle aanpassingen, verdwijnen en toevoegen van alle tram- en buslijnen door de jaren heen.

Nol de Vries

0 Shares