Stemmen
Terwijl Dudley het land net heeft verlaten en Eunice op weg is naar ons land, is het tussen deze twee stormen door op donderdagmorgen op een bankje in het zonnetje best uit te houden. De afhaalkoffie is goed te drinken, de donut best prima te eten.
‘Smakelijk’, hoor ik iemand naast me zeggen.
Een oudere man met een krant in zijn hand gaat zitten. Hij houdt de krant omhoog en zegt: ‘We gaan weer stemmen’.
Ik knik.
‘Van huis uit ben ik gelovig opgevoed. Die ouwe van me stemde ook altijd gelovig. Ma stemde niet, liet het altijd aan pa over. Dus die bracht altijd twee stemmen naar het CDA, al heette dat toen nog anders. Om die ouwe te pesten, stemde ik altijd op partijen die daartegen waren. Dat gaf altijd heftige discussies thuis. Politiek interesseerde me niet zo, het was voor mij een manier om m’n kont tegen de krib te gooien. En u?’
Ik wil antwoord geven, maar krijg de kans niet.
‘De laatste paar keer heb ik me er wel wat meer in verdiept. Maar het is best lastig. Als ik nu zie wat ze in Den Haag weer van plan zijn met mijn pensioentje, en dat gedoe met corona. Ik ben wel klaar met die Rutte. Maar mijn dochter zegt dat ik wat ze in Den Haag doen niet moet laten meetellen. Wat ze hier doen en daar doen zijn heel andere dingen. Maar ik weet niet eens wat ze hier doen. U wel?’
Ik krijg de kans niet om te antwoorden, want hij gaat vrolijk verder.
‘En ze maken er allemaal een puinhoop van. Ik heb voor Den Haag de laatste paar keer op die ouwere partij (50Plus, NdV) gestemd, maar echt veel beter is het er voor ons oudjes niet op geworden. En dan hier in Amsterdam. Mijn kleinzoon, geboren en getogen Amsterdammer, kan niet eens een woning krijgen. En dan de burgemeester, die helpt vriendjes aan luxe, goedbetaalde baantjes. Ze hadden Van der Laan nooit moeten laten gaan…’
Ik wil zeggen dat het iets anders is gelopen, maar hij herstelt zelf al.
‘Ik weet het, die ging dood. Maar toch. Ik weet het niet. Ze beloven van alles, maar als puntje bij paaltje komt, verandert er niks. Ik kan gelukkig nog voor mezelf zorgen, mijn vrouw is nog goed ter been en met dit – hij tikt tegen de zijkant van zijn hoofd – werkt nog prima. Mijn kleinzoon heeft met zijn computer laatst een test met me gedaan, om te kijken op wie ik moet stemmen. Weet je wie eruit kwam?’
Ik schud mijn hoofd.
‘Het CDA… misschien was die ouwe van me toch zo gek nog niet!’
Nol de Vries