Verblijfsvergunning
Ik las met groeiende verbazing en onbegrip onlangs in Het Parool het verhaal van twee doortastende en ondernemende Amsterdamse meiden. Twee zussen die erin slaagden hun havo- en vwo-diploma te halen. Wat daar zo bijzonder aan is? Beiden woonden in barre omstandigheden in een kelderbox, ‘ongedocumenteerd’. Begin deze eeuw vluchtten ze met hun moeder weg bij hun agressieve vader uit Marokko, peuter en baby waren beiden toen nog. Hun moeder vroeg nooit een verblijfsvergunning aan, maar koos voor een verblijf in de illegaliteit.
En daar dreigden haar dochters nu de dupe van te worden. Twee zussen die met hun vwo-papiertje op zak dolgraag wilden gaan studeren, vonden de starre IND – Immigratie- en Naturalisatiedienst – op hun route naar een studie. Rücksichtslos werd hun aanvraag voor een verblijfsvergunning in 2019 afgewezen. Binnen vier weken moesten ze terug naar Marokko. Een land dat ze in luiers hadden verlaten en waar ze sindsdien nooit meer waren geweest. De afwijzing werd door de rechter ongegrond verklaard. Aanvankelijk ging de IND in hoger beroep, maar trok dit beroep tegen de uitspraak half april in. De meiden krijgen een verblijfsvergunning.
Dit situatie van deze twee zussen, nu 24 en 21 jaar, deed mij terugdenken aan het gezin Gümüs. De zaak veroorzaakte in 1997 veel consternatie. De Turkse kleermaker woonde sinds 1989 met zijn gezin in Nederland en vestigde zich later in De Pijp. Hij kon echter niet aantonen dat hij zes jaar achtereen belastingen en sociale premies had betaald. Dit was volgens een nieuw door het kabinet Kok-I ingestelde regeling om illegalen te legaliseren verplicht gesteld. Ondanks steun van toenmalig burgemeester Patijn en veel Kamerleden, weigerde verantwoordelijk staatssecretaris Schmitz het gezin te legaliseren. Het zou een precedent scheppen.
Zo zijn er tal van voorbeelden te noemen, waarbij het voor de een beter afliep dan voor de ander. En dan heb ik het alleen nog maar over de bekende gevallen die de media halen. Hoeveel schrijnende gezinssituaties blijven er niet verborgen voor het grote publiek.
Hebben we hiervan geleerd? Nee dus. Politici die voor dit soort situaties ter verantwoording worden geroepen, hanteren steevast de opmerking dat ‘maatwerk niet mogelijk is’. Zo’n verhaal als de twee Amsterdamse zussen, die in Amsterdam 25 keer zijn verhuisd en tien jaar lang in een kelderbox leven, past niet in een ‘beschaafd’ land als Nederland. Moeten we dan maar iedere illegaal legaliseren? Nee, natuurlijk niet. Maar we mogen de menselijke maat nooit uit het oog verliezen.
“We mogen eindelijk ademhalen. We zijn weer mensen”, reageerden de twee zussen. En daarmee is alles gezegd.
Nol de Vries