Over de Albert Cuyp, straatkunst en inrichten van de openbare ruimte

Stadsdeelbestuurders Bart Vink, Flora Breemer en Rocco Piers beginnen aan de tweede helft van hun ambtstermijn die inging na de meest recente gemeenteraadsverkiezingen. En we staan aan het begin van een nieuw jaar. Mooi moment om met de drie leden van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid rond de tafel te gaan zitten. En dit keer hebben we het eens niet over het erotisch centrum.

Kunst voor iedereen zichtbaar op straat, een oudervriendelijkere omgeving, verbeteren van de openbare ruimte en toekomstgericht kijken naar een nieuwe opzet voor de Albert Cuypmarkt. Dat zijn – enkele van – de goede voornemens van Bart Vink (D66), Rocco Piers (GroenLinks) en Flora Breemer (PvdA) waarmee ze in ieder geval in 2024 aan de slag willen of verder uitbouwen. Want naar de toekomst kijken, kan niet zonder een blik in het verleden te werpen. Of, zoals Rocco zegt: “Als bestuur- der ben je bezig met dingen die je wilt bereiken. Dat moet je vroeg in gang zetten en niet wachten tot het laatste jaar.”

Herinrichting, inrichting en (groot) onderhoud van de openbare ruimte zijn onderdelen uit de portefeuille van Rocco en daarin zijn voorgaande jaren al flink wat stappen gezet. Toegankelijkheid voor alle bewoners waarborgen, meer vergroening en het gemeentelijk beleid van parkeerplaatsen minderen zijn daarin van belang. “Er staan mooie projecten in de steigers”, weet hij. “Maar de grootstedelijke financiën staan onder druk, dus moeten we wel creatiever omgaan met de budgetten die we tot onze beschikking hebben en wat we daarmee kunnen bereiken. De projecten die we ook écht willen gaan doen, gaan door.”

Als voorbeeld van hoe het kan worden, noemt Rocco de Frans Halsbuurt. In het verlengde daarvan is het nu de beurt aan de Gerard Doubuurt en waar snel aan de eerste fase wordt begonnen. “Ik hoef, denk ik, niet uit te leggen hoe nodig dat is. Juist hiervan een toegankelijke buurt maken, is een hele mooie uitdaging.”

Bart Vink heeft terugkijkend vanuit zijn portefeuille meer oog voor de veiligheid op straat en daarin ziet hij dat er stappen in de juiste richting zijn gezet. “In het begin stak de onrust in de Diamantbuurt, waarvan we dachten dat dit verdwenen was, weer de kop op. Er is daardoor opgeschaald, zowel preventief als repressief. Samen met Flora heb ik me daarmee beziggehouden. We hebben op het podium gestaan, met mensen gesproken en goed geluisterd naar wat er speelt. Ook de driehoek (burgemeester, hoofdofficier van justitie en politiechef) is langs geweest, straatcoaches en jongerenwerkers zijn ingezet. De laatste maanden gaat het de goede kant op.” Tot zijn tevredenheid bleef de rust in het stadsdeel ook bewaard na de verschrikkelijke gebeurtenissen in Israël op 7 oktober. En het geweld daarna in Israël en de Gazastrook. ‘’We doen er veel aan om met iedereen in Zuid in gesprek te blijven, iedereen aandacht te geven en waar nodig extra veiligheidsmaatregelen te nemen. De gemeente, het stadsdeel en de politie werken daarbij nauw samen.’’

Voor wie de rust verre van is weergekeerd: ratten. Die horen, zegt Bart, bij een stad, maar het moet wel beheersbaar blijven. “Ik ben blij dat de aanpak van de rattenoverlast in het najaar van 2023 in samenwerking met Stadswerken, Waternet, Verkeer en Openbare Ruimte is ingezet. De focus ligt nu nog op het Victorie-, Minerva- en Museumplein. Daarna zullen er andere gebieden aan bod komen. De aanpak van rattenoverlast is iets van de lange adem. Er wordt resultaat geboekt, maar we zijn er nog niet.”

En dat geldt niet in mindere mate voor de projecten waarop Flora Breemer zich heeft gestort. Al kan ze met een goed gevoel vertellen dat er de afgelopen twee jaar in alle gebieden van Zuid locaties waar mensen elkaar kunnen ontmoeten of terechtkunnen voor hulp zijn bijgekomen. “Denk daarbij aan een buurtgezondheidscentrum in Oud- Zuid, een buurtkamer in Buitenveldert, en in de Pijp twee buurtkamers: een, bedoeld voor iedereen, maar in het bijzonder voor mensen met een verstandelijke beperking en een buurtkamer voor vrouwen. En er zijn nieuwe buurtteamlocaties geopend, waar bewoners voor hulp terechtkunnen.”

Nog iets wat van meet af aan de aandacht van Flora heeft en waarvoor die aandacht ook niet zal verslappen, is de vergrijzing. Volgens haar een van de kenmerken van Zuid, want zowel absoluut als relatief heeft Zuid van alle stadsdelen de meeste ouderen binnen zijn grenzen. Daar komt ook volkshuisvesting om de hoek kijken. Met gemeentelijke programma’s als ‘van hoog naar laag’ – ouderen die van een woning zonder lift op de tweede of derde etage naar de begane grond verhuizen – of ‘van groot naar beter’ – ouderen die liefst kleiner willen en kunnen wonen – wordt doorstroming gestimuleerd. “Een regel die daarbij wordt gehanteerd, is dat de huur die mensen betalen, wordt behouden. Met een betere doorstroming scheppen we ook ruimte voor gezinnen en starters. Uiteindelijk profiteren alle woningzoekenden daarvan.”

De vergrijzing neemt toe. We leven allemaal langer en daardoor neemt het aantal ouderen in de samenleving toe. Dubbele vergrijzing dus, oordeelt Flora en daar moet de samenleving beter op voorbereid zijn. Onder meer door een leeftijdsvriendelijkere stad te creëren. “Als we daar in Zuid de oplossing voor kunnen vinden, kan de hele stad daarvan meeprofiteren. En dan gaat het om meer dan alleen voorzieningen voor ouderen. Niet van minder belang is: hoe ziet de omgeving eruit, hoe liggen de straten erbij, hoe is het vervoer en hoe is de infrastructuur. Er is wel meer aandacht voor ouderen, maar er is nog meer aandacht nodig. Het is een taak van de overheid, maar alle Amsterdammers kunnen een rol spelen om ervoor te zorgen dat ouderen fijn wonen.”

Goed openbaar vervoer is daar een onderdeel van, maar helaas hebben de stadsdeelbestuurders daar niet veel invloed op. In ieder geval minder dan ze zouden willen, erkent Rocco. “Dat wat we hebben aan ov-lijnen willen we ook behouden. Neem het verdwijnen van de halte bij de hoek Amsteldijk-Ceintuurbaan, dat mag niet meer gebeuren. We zijn er wel heel attent op en adviseren nadrukkelijk. Maar die adviserende rol nemen we wel heel serieus en we worden ook serieus genomen.” Particuliere initiatieven als Heen en Weer en de Gelderlandpleinlijn als aanvulling op het ov geven Flora enerzijds een gevoel van trots. “Maar anderzijds maakt het me ook sip dat particulier initiatief nodig is om een taak die bij de overheid hoort over te nemen.”

Waar de overheid en particulier initiatief elkaar zeker kunnen vinden, is straatkunst. “Ik wil daar echt concreet mee aan de slag”, vertelt Flora. “We hebben heel veel mooie en grote culturele instellingen in Zuid, die stuk voor stuk best toegankelijk zijn. Maar extra toegevoegde waarde heeft kunst waar je in de openbare ruimte langsloopt. Dat kan in de vorm van bijvoorbeeld ArtZuid, maar ook met streetart op kale muren en onder viaducten, waarvan we er veel hebben in Zuid. Graffiti is tegenwoordig meer erkend als een kunstvorm. Neem bijvoorbeeld de muurschildering van Albert Cuyp van Tim Rodermans en Karski op een stuk muur in zijn ‘eigen’ straat bij de Van Wou, waar overigens buurtbewoners nauw betrokken zijn geweest.”

En als we dan – figuurlijk gezien – toch ‘over de Albert Cuyp lopen’, haakt Bart Vink aan, want voor hem is 2024 ook hét jaar om de grootste markt van Nederland blijvend nieuw leven in te blazen. “En dat is hard nodig”, stelt hij. “We waren blij met de nieuwe kramenzetter, die onder meer heeft gezorgd voor nieuwe kramen en zeilen. Maar er zijn best veel lege plekken op de markt, zeker op maandag, dinsdag en donderdag als de bezetting gemiddeld slechts 68 procent is. Niet alleen de Albert Cuyp heeft het moeilijk. Meerdere Amsterdamse markten kampen met terugloop, de markt op het Bos en Lommerplein is al omgevallen.”

Dan: “De vraag is: wat willen we met de Albert Cuyp. De markt moet een impuls krijgen en weer gaan bruisen. Mensen moeten er weer graag heen gaan. Daar zijn verschillende opties en ideeën voor; misschien anders inrichten, de markt kleiner maken, wellicht minder dagen een markt, juist langere marktdagen of bijvoorbeeld meer biologische spullen verkopen. We gaan daarin ook in overleg met de marktkooplieden, want het raakt ook hen die daar elke dag hun ziel en zaligheid in stoppen. Er zijn nog een heleboel vragen die ik nu nog niet kan beantwoorden. Daar moeten we nog even op studeren. Daar gaan we de komende maanden mee aan de slag, met als deadline dat we er 1 januari 2025 uit willen zijn.”

En dan tot slot nog een stukje openbare ruimte, waar ze elkaar alle drie vinden. Natuurlijk Flora met de zorg voor een ouderenvriendelijke omgeving. Bart, die samen met Rocco en wethouder van Dantzig de bouwdynamiek (lees: verbouw en renovatie) in goede banen wil leiden. Maar ook de objecten die overal worden neergezet met nieuwe regelgeving wil aanpakken. “Neem de PC Hooft”, zegt hij, “dat is de overtreffende trap van een puinhoop. Dat gaan we aanpakken met het goed uitvoeren van huidige regels en invoeren van enkele nieuwe regels.”

Want, vult Rocco aan, de openbare ruimte moet toegankelijke blijven voor iedereen. “Het mag niet zo zijn dat mensen door beperkingen in de openbare ruimte niet naar buiten komen. We zijn met een actieplan bezig en nemen daar ervaringsdeskundigheid van mensen die daar daadwerkelijk mee te maken hebben in mee. Een auto zet je niet zomaar ergens op de stoep, maar met een fiets doe je dat wel op een plek die jou het beste uitkomt. Daarmee beperk je wel bijvoorbeeld een rolstoeler die er dan niet langs kan. Dat is voor mij een speerpunt.”

En wat voor alle drie van belang is, dat het staddeel ook op initiatieven van bewoners ingaat door daar meer ruimte aan te geven. Er is dus nog genoeg te doen in 2024.

0 Shares