Buurtgezinnen laten de tranen van eenzaamheid verdwijnen

De taal niet machtig zijn, geen sociale contacten hebben met de kans om in een isolement te raken. Voor nieuwe Nederlanders is het soms niet makkelijk om in hun nieuwe omgeving te aarden. De stichting Buurtgezinnen wil daar met koppelingen van Nederlandse stellen aan nieuwkomers hulp bieden en de ervaring leert: dat lukt ze uitstekend.

Marga is in Amsterdam-Zuid de 75ste koppeling die de stichting buurtgezinnen heeft weten te maken, Ze komt sinds anderhalve maand wekelijks over de vloer bij een Afrikaans gezin met drie jonge kinderen dat ook is gekoppeld aan een gezin met kinderen in de Rivierenbuurt. “We proberen zo vel mogelijk gezinnen te koppelen, zodat ook voor de kinderen van nieuwkomers een match kan worden gemaakt. Maar de rol van Marga is van enorme meerwaarde. Ze is een soort oma in het gezin en voor elk kind is een opa pof oma natuurlijk een welkome aanvulling in de opvoeding. De kinderen zijn gek met haar”, vertelt Lobke Rooswinkel, coördinator in stadsdeel Zuid van de stichting buurtgezinnen. “Maar ik heb ook altijd koekjes bij me”, zegt Marga lachend.

Stichting Buurtgezinnen is een sociale onderneming, opgericht in 2015 door pedagoog en (pleeg)moeder Leontine Bibo. Door gezinnen die het moeilijk hebben te koppelen aan een stabiel steungezin in de buurt, wil de stichting voorkomen dat problemen in gezinnen verergeren. Buurtgezinnen wil eraan bijdragen dat kinderen thuis in hun eigen gezin kunnen (blijven) opgroeien. Lobke: “Onder het motto: Opvoeden doen we samen, werkt Buurtgezinnen mee aan een maatschappij waar we elkaar weer meer helpen met het grootbrengen van kinderen.”

De 79-jarige Amsterdamse Marga had al eerder over de stichting Buurtgezinnen gehoord, vond het een mooi initiatief maar had niet het idee dat het iets voor haar zou zijn. “Ik dacht, ik ben 79 en zie mezelf niet met een stel kinderen naar de speeltuin gaan.” Tot ze tijdens een voorlichtingsavond van de stichting – die ze bezocht op aanraden van een vriendin die betrokken was geweest bij de oprichting van Buurtgezinnen – in contact kwam met een vrouw naast haar. “Die legde uit wat het een beetje inhield, dat ze de steun is van de familie waarop ze altijd kunnen rekenen en… dat ook zij niet meer met de kinderen in de ringen ging hangen. Dus ik had zoiets van dat het misschien toch mogelijk was. Samen iets ontwikkelen dat wenselijk is. Dat sprak me toch wel aan.”

Gewenningsperiode

Er is altijd ook een gewenningsperiode van zeker anderhalve maand, vertelt Lobke. Zij is verantwoordelijk voor het koppelen van vraaggezinnen aan steungezinnen en deze koppeling te begeleiden en te monitoren. “Steungezinnen zijn belangrijk voor het vraaggezin, maar we merken steeds meer dat senioren ook een meerwaarde geven. Zo koppelde ik onlangs een jonge alleenstaande moeder met een kindje van zes weken aan een lieve steunoma die sinds kort met pensioen ‘moest’ en nog zo graag wat wilde betekenen voor anderen. Nu gaat ze eens per week het baby’tje ophalen bij de opvang zodat de moeder rustig haar werk kan afronden en gezellig kan aansluiten bij oma voor het avondeten. Dit is een win-winsituatie, want zowel oma als de jonge moeder voelen zich dankzij deze mooie match van buurtgezinnen minder alleen in de wijk”

“Een ander voorbeeld is een prachtige koppeling tussen een tiener die opgroeit met zijn moeder in de Rivierenbuurt. Voor hem vinden we een lieve steunoma op 8 minuutjes fietsen in Oud-Zuid. Zelf heeft zij geen kleinkinderen, maar is zeer begaan met deze zoon en zijn moeder. Eens per week fietst hij direct na school naar oma, en gaan ze samen bedenken wat hij die avond gaat koken, iets wat hij heel graag doet. Er worden boodschappen gedaan en ze sluiten samen de avond af tijdens het eten. De oma is goed op de hoogte van wat er gebeurd in zijn leventje en hij vindt het fantastisch dat hij “oma” mag zeggen tegen haar en zal geen moment voorbij laten gaan om dit te doen. Ook met de moeder gaat de steunoma eens per maand even lunchen om gezellig bij te kletsen en het wel en wee rondom de jongen te bespreken.”

Marga heeft, zegt ze, een fijne klik met het gezin waaraan ze is gekoppeld. “Het is heel fijn om te kunnen helpen en te bedenken wat nodig is om een pek in onze maatschappij te kunnen vinden en waarbij ik haar kan helpen. Het is leuk om gezamenlijk iets te ontwikkelen wat wenselijk is. We zien elkaar regelmatig. Zeker één keer in de week en nemen dan alles door wat nodig is en stellen we doelen samen. Een van de doelen is bijvoorbeeld Nederlands leren begrijpen en spreken. En ze leert, zegt ze zelf, ook heel veel van de kinderen. De middelste corrigeert haar vaak door te zeggen ‘gewoon Nederlands praten mama’.’’

Tranen

In haar gezin zat de moeder nog vaak met tranen in de ogen van eenzaamheid, maar die zijn inmiddels wel opgedroogd, vertelt Marga. “Ze voelt zich steeds gelukkiger in Nederland.” Met steunfamilies is het voor veel nieuwkomers makkelijker om een sociaal leven op te bouwen, vertelt Lobke. Het gezin in de Rivierenbuurt waaraan het vraaggezin is gekoppeld, heeft zelf kleine kinderen die op hun beurt weer een positieve invloed hebben op de kinderen van het vraaggezin, di op deze manier andere kinderen buiten school kennen.

Marga dan: “En ik moet er zeker nog aan toevoegen dat ik er zelf ook heel veel van leer. Het is een heel gedoe om sommige zaken in Nederland te moeten uitzoeken, wat dat betreft is het hier soms een heel ingewikkeld land en kom dinge tegen die ik zelf ook niet wist. Maar bovenal haal ik er heel veel plezier uit om dit gezin te ondersteunen.”

Buurtgezinnen kan nog steungezinnen gebruiken

De stichting Buurtgezinnen is negen jaar geleden in Zuid opgericht en werd van meet af aan door het stadsdeel omarmd en financieel ondersteund. Zelfs toen de organisatie groeide, bleef het stadsdeel Buurtgezinnen in eigen beheer houden, terwijl in de andere stadsdelen Buurtgezinnen onder het budgetbeheer van de centrale stad kwamen. Landelijk is Buurtgezinnen nu in bijna tweehonderd gemeenten actief.

Stadsdeel Zuid kent nu ruim twintig koppelingen van vraag- en steungezinnen, maar er staan nog zeker twintig gezinnen op de wachtlijst om aan een steungezin te worden gekoppeld.

“Het succes is mede te danken aan de laagdrempeligheid. Onze steungezinnen maken het verschil tussen eenzaamheid en mee kunnen doen in de samenleving”, vertelt Lobke, die hoopt dat zich snel meer steungezinnen aanmelden. “Voor de duurzaamheid is de juiste match van groot belang. Niet alleen steungezinnen met kinderen, maar ook stellen en senioren zijn welkom, omdat iedere juiste koppeling van meerwaarde is. Iedereen kan steungezin zijn en ieder kind verdient een lieve oma en opa, toch?’’

Meer informatie is te vinden op www.buurtgezinnen.nl of stuur een e-mail naar lobke@buurtgezinnen.nl

De organisatie

Het hart van de organisatie wordt gevormd door meer dan 90 lokale coördinatoren. Deze lokale coördinatoren, allen zzp’er, voeren de dienstverlening van Buurtgezinnen in hun eigen gemeente uit. Zij zijn er contactpersoon voor de gezinnen, verwijzers en de gemeente, die Buurtgezinnen financiert.

De coördinatoren worden in hun werk gefaciliteerd door een landelijke backoffice. Buurtgezinnen heeft acht regioteams met voor ieder team als verbindende schakel: een regiocoördinator. Oprichter Leontine Bibo is als bestuurder eindverantwoordelijk voor Buurtgezinnen. Zij legt eenmaal per kwartaal verantwoording af aan de Raad van Toezicht.

 

GROTE FOTO:

Lobke Rooswinkel van de stichting Buurtgezinnen en Marga, de 75ste succesvolle koppeling in Amsterdam

 

KLEINE FOTO:

Buurtgezinnen koppelt niet alleen gezinnen, maar wil ook graag senioren

0 Shares