Regenboog
Coming Out Day, 11 oktober.
Moet dat?
Ja, aandacht vragen voor iets waar wereldwijd miljoenen mensen mee worstelen, is (nog steeds) nodig. Voor velen is het nog altijd verschrikkelijk moeilijk om voor hun gevoelens, hun sexuele geaardheid of alles wat met de lhbtqi+-community te maken heeft, uit te komen. Door hun omgeving, door hun ervaringen en ook door de houding van de maatschappij.
Amsterdam manifesteert zich graag als een inclusieve stad, waar iedereen welkom is en iedereen zichzelf zou moeten zijn. Maar dat laatste is in een stad die ooit een wereldprimeur had met het homohuwelijk, al lang niet meer altijd het geval. Agressie richting mensen uit de lhbtqi+-gemeenschap die weigeren zich te verstoppen, neemt toe. Veel homo- en lesbische stellen durven niet hand-in-hand te lopen met hun geliefde, worden bespuugd of belaagd. Regenboogvlaggen die worden uitgehangen worden in de fik gestoken, of er gaat een steen door de ruit van het huis waar ze wapperen. Politici met een bekrompen geest roepen op tot protest bij een voorleesmiddag van een dragqueen.
Gelukkig neemt ook de weerstand hiertegen toe. Ik heb veel respect voor de buurtbewoners in Noord, die hun buurtgenoot ondersteunen door massaal regenboogvlaggen uit te hangen. Omdat ook zij nu worden belaagd door bekrompen geesten, heeft de gemeente besloten over te gaan tot (tijdelijk) cameratoezicht. Beter zou zijn als de gemeente een blijvend statement zou maken. En dan niet met een nietszeggende posteractie in abri’s, die vervolgens worden beklad. Of door als overheid belerend te roepen dat je dit allemaal niet accepteert. Maar vervolgens onderneem je geen actie.
Nee, zorg dan voor een statement, waarmee je zichtbaar en blijvend laat zien dat je inclusiviteit in jet stad nastreeft én ondersteunt. Dat gebeurt al mondjesmaat bijvoorbeeld met een enkele regenboogoversteekplaats, en de overkapping van de trap bij station Zuid.
Maar je kunt als stad iets speciaals doen om te laten zien dat je de lhbtiqi+-gemeenschap werkelijk ondersteunt. Plaats op meerdere, strategische plekken in de stad twee vlaggenmasten, hoog genoeg om niet bij de vlag te kunnen.
Plaats halverwege ‘anti-inklim-punten’, zodat je er niet kunt inklimmen o de vlag te verwijderen en voorzie ze eventueel van camera’s om eventuele vandalen te kunnen registreren. Hang in de masten een Amsterdamse én een regenboogvlag of anders gezegd een lhbtqi+-vlag en laat deze broederlijk naast elkaar wapperen.
Doe dat niet op slechts twee of drie locaties – bijvoorbeeld bij het CS, Museumplein of Leidseplein – maar plaats deze vlaggenmastencombi’s overal in de stad, van oost naar west en van noord naar zuid. Op pleinen, bij winkelcentra, in parken en ook de buitenwijken. Zodat het voor íedereen en alle bewoners van de stad zichtbaar is.
Daarmee geef je als stad aan dat je inclusiviteit letterlijk hoog in het vaandel hebt staan.
Nol de Vries