Opknapbeurt moet Museumplein weer een waardig aanzicht geven
Even een grasmatje vervangen. In een doorsnee achtertuin is het misschien een dag werk, maar op het Museumplein heb je het dan toch over een oppervlak- te van vier voetbalvelden en dan is het even een ander verhaal. En dat verhaal vertelt grasdeskundige en cultuurtechnieker Gerrit de Koe vol overgave en met aanstekelijk enthousiasme.
Van gras is deze ochtend als De Koe ons rondleidt weinig te zien op het normaliter groene Museumplein, op het befaamde, schuin oplopende ezelsoor na dan. “Ja”, zegt Gerrit. “Die mat hebben we opgelapt en ligt er weer keurig bij.” De rest is op dit moment – eind juni – nog één grote zandvlakte, waarin slechts de contouren van de komende wandel- en fietspaden zijn te ontdekken. En ja, de bomen staan er nog. “Ik hoop dat half juli de grasmat kan worden uitgerold, en wees gerust… een dag later kunnen de dekentjes om te recreëren al worden neergelegd”, verzekert Gerrit, die naar eigen zeggen als cultuurtechnieker zielsgelukkig kan worden van een project als dit en daar ook zijn hele ziel en zaligheid inlegt.
Het heeft nogal wat voeten in de aarde gehad, die renovatie. Dat het plein onder handen moest worden genomen, daarover was iedereen die er wat over te zeggen had het wel eens. Al meer dan een kwart eeuw was er – op wat herstelwerk na zo nu en dan – niets meer gedaan aan het plein. Maar wanneer te beginnen – “Dit is een mooie periode voor zo’n klus, al was een of twee maanden eerder beginnen nog idealer geweest”, aldus De Koe – en vooral hoe. Er is sprake van geweest om het in twee fasen te doen. De weerskanten van het voetpad dat het plein in noord-zuidelijke richting doormidden snijdt, zouden om beurten worden aangepakt. “Het is een goede zet geweest om het in zijn geheel te doen, want nu hebben we alles in één keer kunnen herstellen en vernieuwen. Een mooi startpunt om alles weer perfect in orde te maken.”
Zo moest dus drie kilometer aan drainagepijpen worden vervangen, de hoofdschuldigen van het feit dat de eerste deadline van juni niet zou worden gehaald. Gerrit wijst op een stapel pijpen die uit de grond zijn gekomen. “Je ziet het al aan de bruine kleur, het is een en al roest. Dat zijn roestvlokken, die ontstaan in de bodem zelf, gaan klitten en zorgen voor verstoppingen. En dit ligt allemaal onder de grond, dus dat zie je niet en wordt nog wel eens vergeten bij een kleine opknapbeurt. Normaliter is het alleen doorspuiten, nu moest alles worden vervangen. Dat hadden we niet verwacht. Je wil ook niet weten wat voor ouwe zooi je allemaal tegenkomt in de grond, verloren gegane putten, deksels, stukken verlichtingskabels… Je komt heel wat verrassingen tegen.” En nee, geen lijken of Middeleeuwse schatten. “Wel klinkers van de weg die hier ooit heeft gelopen tussen het Concertgebouw en het Rijksmuseum.” Als straks de hekken weer weggaan, zullen veel Amsterdammers zich afvragen wat er dan allemaal is gebeurd. Want ja, de grasmat ligt er dan weer gezond en egaal groen bij, maar verder ziet het plein er toch hetzelfde uit. Maar zij zien niet, wat er onder de grasmat allemaal is gebeurd en dan gaat het niet alleen om de drainagepijpen die zijn vervangen. “Het was hier een vlekkendeken van verschillende grasmatten.” Komt bij, dat de grond en grasmat op het Museumplein nogal wat te verduren hebben. Het gaat niet alleen om stadsrecreanten die een kleedje neerleggen om van het mooie weer te genieten. Demonstranten en de meest uiteenlopende evenementen met bijbehorend publiek ‘eisen’ regelmatig het plein op. Daar moet zo’n grasmat én ondergrond toch op berekend zijn.
“Mijn vak is cultuurtechniek en het is een uitdaging om zo’n plein dan ook toekomstbestendig te maken”, legt Gerrit uit. “Dat heeft met de grond en de bodem te maken. De grasmat is voor mij minder interessant, dat is het kleurtje erop. Al is het wel een dingetje van 2,5 ton wat je erop legt, speciaal hiervoor gekweekt. Het gras is belangrijk, maar niet het belangrijkste. Dat is de basis, de bodem. Die moest hier worden geoptimaliseerd. Als je hier een weerstandmeter inzet, kom je tot 4 tot 5 MPa (tegendruk), en wat je eigenlijk wil is 1,2 tot 1,5 MPa, daar groeien het gras en de bomen beter in. Dus hebben we grondverbetering aangebracht. De basis van de bodem is dat je een x percentage vaste stof hebt, x percentage lucht en een x percentage water, en dat in een mooie verhouding. Dat moet in balans zijn voor het soort verbruik.”
De cultuurtechnieker is duidelijk in zijn element. “Jongens ik draaf maar door, want ik kan hier uren over doorouwehoeren hè”, zegt hij dan even snel tussendoor. “Dit is mijn vakgebied, het is mijn hobby en mijn afwijking.” Zijn toehoorders laten direct merken dat ze aan zijn lippen hangen.
“Hier lag een totaal verkeerde bodem”, gaat Gerrit dan verder. “Die ligt er nog in, maar we hebben hem wel opgepoetst. Wat hebben we gedaan? Vijf centimeter extra zand aangebracht. Grover zand met meer poriën. Daar gaan we wormencompost op aanbrengen en wormen inbrengen. Deze bodem was dood. Die moet je dan weer levend zien te maken. Dat is een kwestie om dat te verbeteren met de aanleg. Je zorgt voor een afgewogen diversiteit aan soorten wormen – je hebt wel zeventien verschillende soorten. Die gaan dan verticale gangetjes graven, waardoor het waterafvoer en de stabiliteit gewaarborgd zijn. Het zijn bodems die worden gemaakt door proeven, voelen, ruiken en een stukje wetenschap.”
Overigens was op voorhand al duidelijk dat niet alleen ‘het grasmatje’ zou worden vervangen op het plein. “Zeker weten”, reageert verantwoordelijk stadsdeelbestuurder Rocco Piers. “Het vervangen van de grasmat was al een ingewikkelde afweging, want je wilt dat mensen hier zomers lekker kunnen recreëren natuurlijk. Bankjes en prullen- bakken worden vervangen door de mooiste varianten van de bankjes en prullenbakken – duurzaam – die je in de hele stad kunt vinden. Een aantal bomen wordt vervangen. En het speelveld wordt aangepakt. Er wordt wat geschoven met het basket- en speelveld en er wordt een betere skatebaan aangelegd in overleg met de jongeren die er gebruik van maken, zodat die beter aan de behoefte voldoet.”
Misschien later dan gepland, maar het Museumplein zal er straks weer piekfijn en strak uitzien en kan het vanaf juli de komende 20 tot 25 jaar weer tegen een stootje. “Dankzij de inzet van adviseurs, gemotiveerde medewerkers en aannemers”, besluit Gerrit. “Dit is het mooiste wat je hebt in Amsterdam, als je zoiets mag renoveren en zo’n plein weer het aanzicht geven dat het verdient. Het is een toplocatie van je stad.”
Foto: Rocco Piers (links) en Gerrit de Koe