‘Velen zien de cultuurhistorische waarde van winkelpuien niet in’
Het Amsterdamse straatbeeld is in een halve eeuw tijd flink veranderd. Veel kleine, voormalige buurtwinkels en fraai gedecoreerde winkelpanden zijn verdwenen. Het enige dat nog herinnert aan een ooit glorieus bestaan, zijn de historische ge- vels. Echter, ook die dreigen langzaam maar zeker te verdwijnen, maar daar komt steeds meer verzet tegen.
Jeroen Jansen – een geboren en getogen Amsterdammer, opgegroeid in de Rivierenbuurt en sinds 1995 buurtbewoner van De Pijp – is een gepassioneerd voorstander van het behoud van historische winkelpanden. En waarom? “Een kwestie van goede smaak”, zegt hij zonder een moment te hoeven nadenken. “Je moet er oog voor hebben, het moet je pakken.” En hij heeft daarin een niet onbelangrijke medestander gevonden, voormalig stadsdeelcommissielid Erik Schmit van D66 maakt zich eveneens hard voor behoud van de doorgaans fraai vormgeven winkelpuien.
“Ik ken Jeroen als iemand met passie voor winkelpuien”, vertelt Erik. “Ik ben hem vier jaar geleden tegengekomen. Hij belde mij destijds op met de vraag ik wil iets doen met historische puien. We hebben destijds twee dingen gedaan; het stadsdeel gevraagd te onderzoeken waar historische puien te vinden zijn in De Pijp. Van de Ceintuurbaan en de Van Woustraat zijn alle historische puien in kaart gebracht, met de oude tekeningen. Verder is er een subsidie gekomen, waarmee pandeigenaren een historische pui in de oude staat kunnen behouden of herstellen, zoals een pui in bij- voorbeeld 1875 eruitzag.”
Jeroen noch Erik weten niet hoe het in andere stadsdelen eraan toegaat. Voornoemde subsidie is weliswaar in de hele stad uitgezet, maar geen van beiden heeft zicht op de andere stadsdelen. “De stadsdelen kunnen hun eigen beleid erop inrichten”, weet Jeroen. Maar of er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt, kan hij niet beoordelen. “Ik denk dat we mazzel hebben met Jeroen”, lacht Erik, “want mede dankzij hem zijn we in Zuid zo actief.” Maar, reageert Jeroen daarop: “Ik kan me wel druk maken, ik mag me gelukkig prijzen dat Erik en D66 er ook achter staan. Ik kan het wel leuk vinden, maar uiteindelijk moet de politiek ermee aan de slag.”
Als het aan Erik Schmit ligt – die kans maakt om in de nieuwe nog te vormen gemeenteraad te komen – dan gaat dat ook zeker gebeuren. “Ik denk dat het goed is dat we onze panden renoveren en onderhouden. Ik pleit ervoor dat we met zo’n subsidie doorgaan. Als een pandeigenaar zegt, nou is het tijd om mijn pand te renoveren, dan is het fijn als er een subsidie is waardoor dat in de oude staat kan worden hersteld.” Het jammere is alleen, denkt Jeroen, dat veel pandeigenaren er niet in zijn geïnteresseerd om het pand in de oude staat te herstellen. Niet allemaal hoor, maar veel zijn er totaal niet mee bezig.” Jeroen is van mening dat er een betere bescherming moet komen. Winkelpuien krijgen de rangschikking in orde 1, 2 of 3 en de laatste twee zijn niet beschermd. Deze classificering heeft volgens Erik te maken met hoe uniek een pand is. “Orde 1 is rijksmonument of gemeentelijk monument en daar mag niets aan worden veranderd. Er staat wel in de voorschriften dat orde 2 en 3 in de originele staat moeten worden onderhouden of worden gereconstrueerd, maar als je goed kijkt is er heel veel kapot gemaakt. Er is geen handhaving. Als ooit is aangepast, moeten de eigenaren het terugbrengen in de originele detaillering; inclusief kleurgebruik en materiaalgebruik. Maar bijna niemand doet dat.”
Jeroen weet dat bijvoorbeeld een woningcorporatie er niet blij mee was dat een van zijn panden tot monument werd opgewaardeerd. “Ze hebben geen hart voor hun vastgoed en geen hart voor de buurt. Ik heb wel iemand gehad die tegen mij zei: ‘waar bemoei jij je mee, het is mijn eigendom’. Erfgoedvereniging Heemschut reageerde toen met: ‘Ja, het is uw eigendom, maar het is gevestigd in een buurt. Het is niet jouw eigen grondgebied.’ Ik ben aan het kijken hoe de gemeente strenger kan worden. Ik vind dat ze dwingender kunnen zijn.”
Bij een rondje door de wijk, waarbij Jeroen de ene na de andere pui aanwijst en prijst, is duidelijk zijn passie voor het historische stadsbeeld te horen. “Ik vind dat dit wordt onderschat, of niet wordt gewaardeerd”, zegt hij. En Erik vult aan met “het maakt de stad ook mooier.” Waarop Jeroen volgt met: “Ik durf het haast niet te zeggen, maar het lijkt wel alsof iedereen is afgestompt. Dat ze het niet meer zien, al merk ik wel dat steeds meer mensen het met me eens zijn.” Hij vervolgt: “Orde 2 en orde 3 zouden ook beschermd moeten zijn, maar dat zie je in de praktijk niet gebeuren. Je bent echt afhankelijk van de eigenaar of hij oog heeft voor de cultuurhistorische waarde. En daarmee gaat er een – in mijn ogen dan – schitterend stadsbeeld verloren. Daar zou de gemeente veel zorgvuldiger mee moeten omgaan.”
1 2
Foto 1 & 2: Aan de Hemonystraat 22 zit Bas Maas vioolbouwers met een winkelpui die duidelijk tot de orde 1 behoort. Het pand staat op de monumentenlijst en is bewust door Jeroen als startpunt voor zijn rondleiding gekozen. “In de hele Pijp is dit er eentje die de beschermde status heeft. Als er wat zou gebeuren met deze pui, dan kun je naar de rechter stappen. Met de anderen dus niet.” Zoals een pand even verderop in de wijk, waarbij in de winkelpui nog het originele glas-in-lood is te vinden. “Deze is geen orde 1, al zou het dat wel moeten zijn. Als dit wordt weggehaald ben je een stuk cultuurhistorie van de stad kwijt, omdat dit niet beschermd is.”
.