Gemengd oratoriumkoor KCOV brengt troostend requiem in Concertgebouw

Het Concertgebouw vol krijgen, doe je niet zomaar. Toch lukt dat het KCOV Amsterdam regelmatig. Het koor, dat zijn hand niet omdraait – of beter gezegd zijn mond niet houdt – voor welk stuk dan ook, brengt zaterdag 16 november Brahms’ Ein Deutches Requiem (door velen geïnterpreteerd als een requiem voor de levenden) onder leiding van de vaste dirigent Frank Hameleers. De kans dat de muziektempel opnieuw volloopt, is groot.

De Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging Amsterdam, kortweg KCOV; het is een mond vol, maar dat mag ook wel. Met de respectabele leeftijd van 114 jaar (het koor is opgericht in 1905) en meer dan honderd zingende leden die twee keer per jaar liefhebbers in groten getale naar het hoofdstedelijke Concertgebouw krijgen, verdien je ook een vorstelijke titel. “Een derde vrouw, twee derde man”, weet dirigent Hameleers, die zelf nu dertien jaar aan het koor verbonden is. Met een lichte oververtegenwoordiging van ouderen, vult voorzitter Gerdjan Rapati aan. “Gelukkig is leeftijd niet het criterium, de stem is bepalend“, voegt Hameleers nog toe. “Als mensen het fysiek nog aankunnen, is veel mogelijk.”

Twee keer naar het Concertgebouw is een duur grapje, zoals Rapati het verwoord. “We huren het Concertgebouw af, moeten het orkest dat ons wil begeleiden en de solisten die met ons meezingen. Dat komt elke keer neer op zo’n 45.000 euro dat we met de kaartverkoop bij elkaar moeten harken. Gelukkig gaat dat vaak en weten we de zaal vol te krijgen.”

Dan heb je het toch gauw over 1600 tot 1800 betalende bezoekers. Hameleers: “Met 1800 is het voor ons stijf uitverkocht. Er kunnen meer mensen in de zaal, want bij een orkest kunnen er nog mensen achter het podium zitten. In ons geval zit daar een deel van het koor dat regelmatig moet staan.” Daarentegen gebeurt het ook wel eens dat er ‘slechts 1200 tot 1300 mensen door de deuren van het Concertgebouw komen. “Doorgaans bij minder bekende werken”, is de ervaring van Rapati, die zelf in 2001 bij het koor kwam. “Maar laten we eerlijk zijn, dat is nog steeds een behoorlijke bezetting.”

Waarom dan niet een kleinere zaal, die sneller vol zit en mogelijk ook minder duur is dan het Concertgebouw? “Omdat we de mensen een avond uit willen geven”, verklaart Rapati. “De Westerkerk bijvoorbeeld is een prachtig gebouw voor een optreden met het koor, maar dan sta je in de pauze toch met een plastic bekertje koffie aan de zijkant. Dat is geen avond uit en dat bieden we in de entourage van het Concertgebouw met mooie muziek in onze ogen wel. En de kosten maak je toch, orkest en solisten moeten sowieso worden betaald.”

Twee keer per jaar biedt de KCOV Amsterdam zo’n avondje uit, in het voorjaar en het najaar. Een speciale commissie kiest daarvoor de werken uit, in overleg met dirigent Hameleers. “Het is elke keer een min of meer nieuw stuk. We herhalen om de zoveel jaar, maar hebben geen vast project dat elk jaar terugkeert wat bij veel oratoriumkoren gebeurt. Een speciale commissie overlegt over de werken en op een gegeven moment komt er iets uitrollen. Dan is het de vraag, is het niet te modern of juist te oud. We doen geen kinderachtige muziekstukken nee, maar voor mij is het wel van belang dat het koor het aankan. Ik moet er wel in geloven.”

En Hameleers gelooft in het werk dat op 16 november door het koor wordt opgevoerd: het Ein Deutsches Requiem van Brahms. “Een ander requiem dan gemiddeld, zoals uit een katholieke liturgie. Brahms gooit het over een heel andere boeg. Hij gebruikt wel bijbelteksten, maar maakt eer geen religieus stuk van. Het is ook nooit bedoeld voor in de kerk, maar voor in de concertzaal. Het zit ‘m ook in het verschil hoe de protestanten met de dood omgaan. Katholieken willen zo snel mogelijk naar het paradijs. De protestanten bieden troost aan de achterblijvers.” Rapati: “Een werk dat troost geeft.”

Het stuk mag dan in 1869 in première zijn gegaan, de dirigent van de KCOV noemt het nog steeds modern en kakelvers. “Het is hoogromantisch. Een prachtig stuk met schitterende solo’s en mooie koorpartijen. Voor het koor is het ook een hele uitdaging, want er wordt in alle zeven delen gezongen; en dan ook van zachte passages tot flink zingen. Er wordt veel van het koor gevraagd.”

Hameleers en Rapati hopen opnieuw op een volle zaal. “Het is natuurlijk geweldig dat het op een zaterdagavond is”, zegt Rapati, “een voordeel van onze band met het Concertgebouw, omdat we altijd voor het Concertgebouw kiezen. Door onze anciënniteit met ze en dankzij onze reputatie als koor, worden we niet weggestopt als het ware. Professionele orkesten krijgen soms voorrang, maar over het algemeen wordt er ook wel rekening met ons gehouden. Een doordeweekse avond als een dinsdag is toch moeilijker te verkopen.”

Nieuwe leden altijd welkom

De Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging Amsterdam kan altijd nieuwe leden gebruiken. Sopranen, alten, tenoren en bassen; iedereen kan zich aanmelden. “Met name de hoge tenoren en de lage sopranen zijn zeldzaam”, zegt voorzitter Gerdjan Rapati. “Maar we zijn een gemengd koor, dus iedereen is welkom. Er lopen op straat ongetwijfeld gouden keeltjes rond met de mooiste zangstemmen, dus ik zeg: kom maar langs.”

Het koor repeteert elke donderdagavond in de Pelgrimskerk aan de Van Boshuizenstraat in Amsterdam-Buitenveldert. Potentiele nieuwe leden wordt wel een stemtest afgenomen, want ook al zing je in een koor: iedere stem is van belang. “Ook in een koor geldt: de ketting is zo sterk als de zwakste schakel”, stelt dirigent Frank Hameleers nuchter vast. Daarnaast wordt er ook ‘huiswerk’ meegegeven en wordt van de koorleden wel inzet verwacht.

Wijkkrant ZUID! mag voor het concert van de KCOV Amsterdam, Brahms Ein Deutsches Requiem op zaterdag 16 november, twee kaarten weggeven.

Wilt u kans maken op twee kaarten voor het concert, stuur dan voor 5 november een e-mail naar info@solidsalesandmarketing.nl en geef in twee zinnen aan waarom juist u die kaarten verdient. Vergeet niet uw naam en adresgegevens te vermelden.

 

 

0 Shares