‘Het is de voldoening die dit werk zo leuk maakt’
De reden dat Jaap Koets inmiddels al ruim dertig jaar als meubelstoffeerder en -maker zijn dagen slijt, vindt zijn oorsprong in de Ikea-gids en het oude televisieprogramma Servicesalon. En nog steeds geniet hij van het vak. “Waarom? De voldoening die het geeft om iets wat oud en versleten is weer in de oude staat te herstellen, slijt niet.”
De nu 52-jarige Jaap wilde op zijn 18de het huis uit. Hij wilde op zichzelf gaan wonen en sloeg de woongids van de Zweedse meubelgigant open om naar een huisraad te kijken. “Toen ik daarin bladerde, dacht ik: dat kan ik misschien zelf ook wel maken. Mijn moeder had destijds bij Avro’s Servicesalon met Amanda Spoel een item over de mts meubelmaken in Amsterdam voorbij zien komen en opperde dat dat wel iets voor mij was. Het werken met stoffen zit ook wel een beetje in de genen, denk ik. Mijn moeder was coupeuse en mijn vader werkte in een kledingzaak. En zelf was ik ook al veel met creatieve dingen bezig.”
Na een vijfjarige opleiding – drie jaar meubelmaken, twee jaar stofferen – belandde hij bij meubelstoffeerderij aan de Van Ostadestraat. Hij begon er als stagiar, en is er nooit meer weggegaan. In 1995 nam hij de zaak over. “Die had eerst een jaar of zes in de Sarphatistraat en later de Kuiperstraat gezeten, voor hij hier in de Van Ostadestraat werd gevestigd. ‘Iets wat er niet zo best uitziet weer mooi maken’ is wat hem zo aantrekt in het vak. “Het creatieve van het vak, werken met je handen. En de voldoening die dat geeft, maar ook de reactie van de mensen als ze zien hoe hun meubelstuk is hersteld.” Waarbij hij zich voornamelijk bezighoudt met stofferen, meubels maken komt nauwelijks nog voor. En met dat stofferen neemt-ie alles onder handen, van hedendaagse zetels tot klassieke stoeltjes en van antieke fauteuils tot nieuwerwetse Ikea-banken. “Of het nog de moeite waard is, bepalen de mensen zelf. En dan is het weer afhankelijk van de waarde die de mensen er zelf aan hechten; soms is sprake van een erfstuk, of een meubelstuk waar veel herinneringen aan kleven of die om wat voor reden dan ook emotionele waarde heeft. Vintage stoelen uit de jaren 50 zijn weer helemaal in. Maar ook een stoel die zo lekker zit, maar helemaal versleten is. De overweging om het wel of niet te doen, laten we altijd bij de klant die de kosten moet afzetten tegen de waarde die hij of zij eraan hecht.”
Waren het voorheen voornamelijk hotels, horecaondernemingen en bedrijven die hun meubilair lieten herstellen en stofferen, tijdens de coronapandemie verschoof de klandizie zich meer en meer naar particulieren. En hoewel Jaap merkt dat de aanloop – mede dankzij mond- tot-mond reclame – is toegenomen, is zijn ambacht wel langzaam aan het uitsterven. Huisvestte Amsterdam in vroeger tijden zeker vijf- tot zeshonderd meubelstoffeerders, tegenwoordig zijn er amper nog honderd te vinden. En dan is er ook nog verschil in modern en klassiek stofferen, waarvan de laatste methodiek nog nauwelijks wordt gebruikt.
“Klassiek stofferen is vaak te duur, omdat je daarvoor veel meer tijd nodig hebt. Het is erg arbeidsintensief. Modern stofferen is elastieken singelbanden aanspannen, schuim erop en stofferen. Bij klassiek stofferen is het jute singelbanden plaatsen en spannen, veren plaatsen, op hoogte stellen, alles vastmaken, koppelen, van binnen vullen, vormgeven, afnaaien en ga nog maar even door”, legt Jaap uit. Zelfs de uitleg van beide methodes vraagt al aanzienlijk meer tijd, vult hij lachend aan. Komt bij dat je klassiek en antieke stoelen ook modern kunt stofferen. “Nee, aan de buitenkant zie je dat niet, maar het heeft natuurlijk wel een ander zitcomfort en op de klassiek bewerkte meubels gaan echt wel wat langer mee.” Maar klassiek of modern stofferen, er hangt wel een prijskaartje aan en daar, beseft Jaap, schrikken mensen nog wel eens van. “Maar vergeet niet dat we maatwerk leveren en een bank. Een bank stofferen is vaak al twee tot drie dagen werk. Het is handwerk, maar daardoor heb je wel iets unieks, iets eigens en persoonlijk. Je kiest tenslotte ook zelf de stof uit.”
Opvallend, klinkt het dan, is dat mensen wel schoenen proberen of ze passen, maar dat bij meubels niet doen. Ja, klinkt het dan, ze gaan er even in zitten, merken dat het die paar minuten best lekker zit en maken een keuze. Later blijkt dan dat als ze er langer in zitten dat de bank dan toch niet zo zo comfortabel is. Internet heeft wat dat betreft veel veranderd. “Vroeger ging je naar de mensen toe en lieten negen van de tien mensen de meubels herstellen. Nu gaan er e-mails uit naar tien verschillende stoffeerders en is de ‘score’ één op tien.”
In de ruim dertig jaar dat Jaap Koets als meubelstoffeerder toch ook een aantal keren een unieke opdracht gekregen. Voor het televisieprogramma MAX Monumenten onder meer, waarvoor hij een aantal stoeltjes uit de slaapkamer van de barones in kasteel Haarzuilens moest herstellen. “Geweldig om te doen, en echte klassieke meubels”, herinnert hij zich. “Dan voel je ook de kwaliteit en weet je dat het het waard is.”
Of de klus voor jonkheer Six van Hillegom, die een paar resterende stoeltjes van een oorspronkelijke hoeveelheid van ruim twintig wilde laten restaureren. De jonkheer dacht dat ze van 1820 waren, maar ze bleken uit 1796 te stammen. “De originele meubelmaker en stoffeerder had er namelijk ingeschreven ‘ik ben blij met de Bataafse Republiek’ (de Bataafse Republiek omvatte van 1796 tot 1820 het grootste gedeelte van het huidige Nederland, red.). Ook had een Haagse stoffeerder die de stoeltjes in 1920 had hersteld, zijn ‘handtekening’ achtergelaten. Wij hebben de originele tekst verwijderd en die hangt nu ingelijst naast de stoeltjes. En ja, ik heb er ook tekst in achtergelaten.”
Dan: “Nee, dit geeft niet meer voldoening dan het herstellen van een moderne stoel, maar het zijn wel de krenten in de pap. Je maakt iets mooi, wat niet goed meer is. En dat is waar het in dit ambacht om draait.”
Meubelstoffeerder Jaap Koets / Fons van Laar
Van Ostadestraat 213
020 6763158
Foto: Lex Banning