Privaat Valeriusplein ‘werkt weer’

Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar ook in het verzorgde Oud Zuid bestaan nog monumentale pareltjes die aan verkrotting ten onder dreigen te gaan. De prachtige privaathuisjes aan het Valeriusplein stonden jarenlang vol met zand. Na restauratie krullen de half-verscholen Amsterdamse Schoolvormen weer sierlijk als vanouds.

Het Valeriusplein in Oud-Zuid ondergaat momenteel een kleine gedaantewisseling. Dat zie je meteen bij het braakliggende terrein waar decennialang de Valeriuskliniek stond. Wie even stilstaat en het plein beter in zich opneemt, ontwaart in het plantsoen twee bouwwerkjes met bijzondere cultuurhistorische waarde. Het zijn de eerste twee moderne toiletgebouwtjes van de stad en ze ‘doen het’ weer. Niet als wc, maar je gaat er naar de kapper.

Jarenlang gebeurde er niets met de betonnen privaathuisjes, ze brokkelden steeds verder af en werden gevuld met zand. Ondernemer Sasja Tulp kon dat niet aanzien en zette zich begin deze eeuw in voor een renovatie, waarna ze hoopte haar modellenbureau Anti-models erin te vestigen. Dat proces verliep moeizaam, zodat Tulp uiteindelijk aan Stadsherstel vroeg om een bestendig toekomstplan te maken. De in het oog springende witte huisjes met hun stekelig krullende hekken zijn in 1922 in opdracht van Publieke Werken van de Gemeente Amsterdam gebouwd. De groeiende verkeersstroom van Oud- naar Nieuw-Zuid deed destijds een beroep op het plein. Ook de kliniek zorgde voor veel aanloop. Een toilet moest voor verlichting zorgen.

Architect van de privaathuisjes was Jan de Meyer, een freelancer. Zijn plastische vormentaal sluit aan bij de Amsterdamse School én vertoont overeenkomsten met de expressionistische fantasieontwerpen van de Duitse architect H. Finsterlin. Meyer koos voor gegoten beton als bouwmateriaal om de vloeiende vormen mogelijk te maken. In 1924 werd tussen de gebouwtjes een bank geplaatst, die net als de vormgeving van het plantsoen door De Meyer is ontworpen.

De huidige huurders van nummer 7 en 8 op het Op Valeriusplein zijn gespecialiseerd in stijlvolle kapsels. Het voormalige vrouwentoilet wordt bestierd door routinier Geert Thijssen in zijn ‘Le Salon’. Zijn buurvrouw op nummer 7 is de Hongaarse Gigi Madai, die eerder een stoel huurde in de vorige zaak van Thijssen aan de Koninginneweg. Hij heeft twee stoelen uitsluitend voor knipbeurten, de naam van haar zaakje zegt waar het in haar geval om gaat: ‘Gigi’s hair, nail and extentions’.

“Ik wilde mijn zaak met zeven werknemers sluiten”, vertelt Thijssen opgewekt. “Maar wat moest de volgende stap zijn? Niets doen is niks voor mij. Na vier dagen vakantie in Lissabon kreeg ik het al benauwd.” Zijn vaste klant en ondernemer Sasja Tulp was eigenaar van de huisjes, ze raakten aan de praat over de overname en restauratie door Stadsherstel. “Ik ging kijken en was meteen verliefd. Dit is een intieme manier om het einde van mijn loopbaan zo lang mogelijk uit te stellen, ideaal. Ik ga van honderd naar zestien vierkante meter.” De hoogzwangere Gigi noemt de groene omgeving als grootste voordeel van haar nieuwe stek.

“Het is heerlijk om zo dichtbij natuur te werken. Ik geniet ook van de spelende kinderen om me heen. Ze spelen soms dat het gebouwtje hun bunker is. Daar kan het denk ik wel tegen.”
De buren zijn geen concurrenten, eerder vrienden. Gigi: “Geert helpt me verder op weg”, Thijssen: “Ik speel klanten door naar Gigi als ik het te druk heb.” Ze putten beiden uit hun rijke klantenbestand van de Koninginneweg. Kapper Thijssen zorgt dat hij en zijn gasten van elke vierkante meter genieten. Klassieke muziek komt uit de speakers, de koffie smaakt. “Mijn vorige zaak was een hels spektakel. Deze plek is een pareltje in een doos. Al mijn klanten zijn lyrisch, ik kan nog jaren voort.”

Tekst en foto’s: Stadsherstel Amsterdam

0 Shares