Ruzie

‘Mag ik hier zitten, dat is toch voldoende afstand?’ Een oudere man wijst op het andere uiteinde van het bankje in het Sarphatipark waar ik zit. Ik kom net van een afspraak op de Albert Cuyp en wil het een en ander bij de Griekse traiteur op de Ceintuurbaan halen. Die gaat pas over twintig minuten – om twaalf uur – open, dus ik heb nog even om van het voorjaarszonnetje te genieten.

De man laat zich met een zucht op het bankje vallen en haalt een mondkapje uit zijn zak. ‘Wilt u dat ik deze opzet’, vraagt hij, terwijl het mondkapje omhoog houdt. Ik schud nee. ‘We zitten in de open lucht en op voldoende afstand, dat lijkt me voldoende’, antwoord ik. Hij mompelt iets van dank u.

Plotseling begint hij te praten. ‘Ik heb sinds de lockdown de hele dag ruzie met jan en alleman. Al twee keer vanmorgen. Ik trek nou eenmaal snel m’n scheur open.”

O, zeg ik, en voor ik nog iets kan zeggen, gaat-ie verder.

‘Ik ben geen ruziezoeker hoor en sta vrij positief in het leven, maar dat coronagedoe maakt een ander mens van je. En de mensen hebben op het moment een erg kort lontje.’

Hij kucht even.

‘Ik kom vanmorgen bij de Appie, komt er net een vrouw met een kar aan die ik van haar wil overnemen. Lijkt me niet verstandig, zegt ze, u moet ‘m eerst even schoonmaken. Heb ik ook gedaan. O ja, zeg ik, zeker met zo’n fles die door iedereen wordt aange- raakt. Ik vertrouw wel op jouw schone handen. Begint ze toch tegen me uit te vallen… dat het vanwege mijn risicovolle leeftijdsgroep is dat we in deze shit zitten enzo. Ik heb d’r een stomme snol genoemd en ben de winkel in gegaan’

Opnieuw gekuch.

‘Kom ik bij de kassa, ik reken af en sta mijn boodschappen in te pakken, terwijl dat meisje achter de kassa direct met de volgende begint. En ja, ik ben niet meer zo snel, dus die jongeman staat vervolgens bijna schouder aan schouder met mij in te pakken. Dit is geen 1,5 meter joch, zeg ik. Waarop hij zegt zeik niet ouwe, ik ben zo klaar. Dankzij jouw kwetsbare leeftijdsgroep kan ik niet naar school. Nou je begrijpt, dat leverde ook een paar minuten geschreeuw over en weer op.’

Hij kucht weer.

‘Ach, misschien heb ik zelf ook wel een kort lontje…’

Dan komt er een jonge vrouw op het bankje af en gaat pontificaal tussen ons in zitten. Afstand… in de verste verte geen 1,5 meter. De oude man staat zuchtend op. ‘Dat bedoel ik’, zegt hij en als hij langs me loopt, ‘Maar ik houd me nu in. Het is net twaalf uur, dat zou de derde al zijn vandaag. Ik ben er klaar mee!’

Ik sta ook op, het is inderdaad twaalf uur. De Griekse traiteur is open.

Nol de Vries

0 Shares