Marktkoopman Dicky na 50 jaar nu zelf klant op de Albert Cuyp

‘Dickieee, je broodje is klaar…’ klinkt het op een miezerige vrijdagmiddag over de Cuyp. Dicky de Jong, wie kent ‘m niet. Zaterdag 28 november bouwde hij voor het laatst na ruim vijftig jaar zijn kraam op de Albert Cuyp markt op. De 74-jarige Amsterdammer vindt het mooi geweest.

Op de hoek van de Eerste Sweelinckstraat, schuin tegenover het beeld van André Hazes kijkt Dicky uit over de markt richting Ferdinand Bol. “Waarom ik op de markt ben gaan staan. Tja, mijn vader stond op de markt en toen hij 65 werd, vond hij het wel mooi geweest. ‘Ik schei ermee uit’, zei-die. Toen kreeg je nog AOW op je 65ste. Mijn broer had er geen trek in. Ik eigenlijk ook niet, want ik had allerlei baantjes hier en daar. ‘Als je niet wil, verkoop ik de boel’, zei mijn vader. Ik heb het uiteindelijk gedaan, dat was in 1970. In ’75 heb ik me zelf ingeschreven op de markt. Spijt? Nee, nooit gehad ook. Anders houd je het ook niet zo lang vol.”

De nering was tweedehandskleding, met achter de kraam een winkel. Gouden tijden heeft-ie meegemaakt. Dat je over de hoofden kon lopen en het halverwege de markt zo stagneerde vanwege de drukte, dat zelfs de politie eraan te pas moest komen. En iedereen draaide goed. “De bomen groeiden tot in de hemel, iedereen verdiende een goede boterham op de markt. En het was altijd gezellig. Veel humor. En ’s morgens in het koffiehuis. Maar dat is allemaal weg. In de loop der jaren zijn er heel wat marktkooplui verdwenen, omdat er ook veel ouderen stonden. Laatst, toen de nieuwe metrolijn werd geopend. Toen was het weer even ouderwets druk. Maar verder…”

De Cuyp is de Cuyp niet meer. Zeker niet. De gezelligheid is voor een groot deel verdwenen. Dicky heeft de gouden tijden nog meegemaakt. Maar de laatste jaren? Nee, de buurt is veranderd. “Veel jonge tweeverdieners, die ‘s avonds als de markt weg is tot tien uur bij de supermarkt terecht kunnen. En ze zitten er allemaal.  Die zie je echt niet op de markt.” En dan die parkeerkosten, zes euro per uur inmiddels. “Dan ga je ook niet even voor je plezier de Albert Cuyp op. Met het ov? En dan met twee zware tassen de bus in. Dat is toch niks. Ik had ook veel klanten van buiten de stad. Vaste klanten ook, vanuit Apeldoorn om bij mij tweedehandskleding te kopen. Die moest eerst een paar rondjes rijden voor een plekkie en dan de parkeerkosten. Die kwamen op een gegeven moment ook niet meer.”

Toch kwam hij nog altijd met plezier naar de markt. Het zat zelfs in de planning om nog een jaartje door te gaan, tot in het najaar van 2021. “Ik kan nog prima op de beentjes staan en het koppie is ook nog goed, dus ik dacht ik plak er nog een jaartje aan vast.” Een kroonjaar, want in maart viert Dicky de Jong zijn 75-ste verjaardag, dan nog een zomertje eraan vastplakken op de Albert Cuyp en vervolgens met ‘pensioen’. “Maar toen kwam ook nog corona eroverheen.” En met de komst van corona, verdween de gezelligheid van de markt. “Er viel geen dubbeltje meer te verdienen en als kooplui geen geld verdienen, wordt het er niet vrolijker op. Toen dacht ik, het is mooi geweest.”

Mag ook wel, als je ruim 50 jaar in weer en wind op de markt hebt gestaan. Sneeuw hebt moeten scheppen om je kraam op te kunnen bouwen. “Ik heb het altijd leuk gevonden, maar zat inmiddels wel al tien jaar in de overtime”, zegt hij. “En de vrouw begon ondertussen ook te mopperen ‘kom nou maar eens naar huis’. En ik moet zeggen, ik ben nu twee weken thuis en het bevalt me goed. Nou heb ik op dit moment nog genoeg te doen met alles afhandelen. Straks als dat allemaal klaar is, zal het toch wel wennen zijn. Dan is het even doorbijten.”

En zijn vrouw is-em na twee weken nog niet zat, elke dag thuis? Hij lacht. “Nee hoor. We hebben ook een winkel achter de kraam gehad. Meer dan veertig jaar hebben we samen bij de kraam en in de winkel gestaan. 24 uur per dag op elkaars lip. Dat ging prima, dus dat komt nu ook wel goed. We kregen al op jonge leeftijd verkering. Zij was 15, ik 16. We zijn nu 53 jaar getrouwd.” Opvolging? Is er niet. Wel zoons, maar die hebben prima baan en geen zin om op de markt te gaan staan.

Het is grauw, koud en saai weer die vrijdagmiddag. Dicky de Jong tuurt over de markt. “ik kijk met plezier, maar ook met weemoed terug op een heerlijke tijd. En als ik hier ben, kriebelt het wel hoor…”

0 Shares