Straf

Ik zuchtte, toen ik de opmerking van de winkelier over de ongeregeldheden bij de kermis op het Osdorpplein hoorde. ‘We moeten maar stoppen met de kermis, want zoiets trekt alleen maar rotzooi aan’. Met andere woorden, ontneem kermisexploitanten hun kans op een inkomen en vergal het kermisplezier van vele anderen, omdat een groep randdebielen zich niet kan inhouden.

Dat gebeurt vaker in Nederland; niet de oorzaak maar het gevolg wegnemen. In de hoop dat het dan (vanzelf) verdwijnt. Misschien is het een idee om dit soort gasten financieel te laten opdraaien voor de schade die ze veroorzaken. Sluit ze in – wat op het Osdorpplein ook gebeurde – en stel hun identiteit vast. Geen ID mee, het is niet al te moeilijk om uiteindelijk achter iemands identiteit te komen. Vervolgens leg je de rekening – in bovenstaand geval de gederfde inkomsten van de kermisexploitanten en de aan- gerichte schade – bij de gasten die zijn opgepakt. Geen geld? Dan beslag leggen op scooters en dure mobieltjes en die openbaar verkopen. En anders de ouders voor de financiële schade verantwoordelijk stellen.

Pijn in de portemonnee leidt waarschijnlijk wel tot aanpassing van het gedrag. Waargebeurd: een vijftal zogenoemde scholieren pakt de fiets van een andere scholier – die al vaker ‘de lul’ was – en gooit deze in het water. Helaas voor het groepje ‘stoere gasten’ wordt het gezien door een leerkracht die de namen noteert. De volgende dag wordt het vijftal gesommeerd zich te melden bij de rector, die ze vervolgens met een uitnodiging voor de ouders én een gedeelde rekening voor de reparatie van de fiets naar huis stuurt.

Van een van de jongens van het vijftal ken ik het vervolg. Als hij met zijn vader thuiskomt na het gesprek op school, stapt zijn vader direct naar op de eerste verdieping. De jongen loopt achter hem aan. Zijn vader opent het raam, loopt naar de stereoinstallatie – een toren bestaan uit een draaitafel, versterker, tuner en cassettedeck – pakt deze op, loopt opnieuw naar het raam en steekt de installatie uit het raam. Nog voor de jongen iets kan zeggen, haalt de vader zijn handen uit elkaar en de apparatuur klettert met een dreun op het terras van de voortuin in duizend stukjes uiteen.

‘Wat doet jij nou’, schreeuwt de jongen, ‘die heb ik van mijn spaargeld gekocht, daar heb ik hard voor gewerkt…’ Zijn vader antwoordt: ‘Dan weet je wat het is als iemand anders iets kostbaars van jou vernielt, waar jij hard voor hebt moeten werken. Je weet waar de bezem staat. Binnen een uur is die troep in de tuin opgeruimd. En o ja, ik krijg nog geld van je voor de rekening van de fiets.’ En hij loopt de kamer uit.

Hardvochtig? Misschien, maar vergeet niet: zachte heelmeesters maken stinkende wonden.

Nol de Vries

0 Shares