Corona verplaatst huiskamerfestival naar Botanische Tuin aan de Zuidas

Dunne muurtjes en vragen van buren stonden aan de basis van huiskamerfestivals.

Amsterdamse woningen gehorig? Ja, soms wel, maar dat hoeft niet altijd tot problemen te leiden. Sterker nog. De dunne muurtjes aan de Wilhelminastraat hebben meer dan tien jaar geleden een nieuwe traditie ingeleid in Amsterdam: huiskamerfestivals. Wat ooit begon op een zolderkamertje in Oud-West is uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend evenement in alle stadsdelen.

Terug naar het begin, een paar jaar na de eeuwwisseling. Kleinkunstenaar Daniël van Veen, toen nog regelmatig te zien op podia in het hele land, werkt en oefent thuis op zijn kamer in de Wilhelminastraat. Buren horen het, en spreken hem daarop aan. Niet om te klagen, maar juist om aan te geven dat ze wel wat meer van hem willen zien. ‘We horen je wel, maar zien je niet’, is het motto met duidelijk de achterliggende gedachte: ‘En wat we horen, nodigt uit om naar meer te luisteren.’

Van Veen is blij verrast en vat het idee op om buren uit te nodigen op zijn kamer voor een besloten en intieme ‘theatervoorstelling’. Hij kent ook andere artiesten in de buurt, die hij in zijn voorbereidingen betrekt en zo ontstaat het plan om de gasten bij meerdere kamers langs te laten gaan. Het publiek, in dit geval buurtgenoten, rouleert van huiskamer naar huiskamer en krijgt zo een  avondvullend programma voorgeschoteld. Het huiskamerfestival is geboren.

“Het was allemaal heel provisorisch opgezet”, vertelt Van Veen. “Die eerste keer hadden we zes locaties en konden we ongeveer 150 bezoekers kwijt.” De belangstelling – en van een grote promotiecampagne was geen sprake, de insteek was buren en artiesten elkaar in een ongedwongen sfeer te ontmoeten, was overweldigend. “Om de route aan te geven voor de bezoekers hadden we van kartonpapier kaartjes geknipt, bleek dat er meer dan tweehonderd mensen geïnteresseerd waren.”

Het werd een grandioos succes. “En het was ook heel erg leuk om te doen, mensen bij je tuis laten komen en een voorstelling geven. Zowel de artiesten als de bezoekers genoten ervan.” En een vervolg kon dan ook niet uitblijven. Het bleef, zegt Van Veen, heel lang heel klein maar een uitbreiding naar andere stadsdelen kon niet uitblijven. Door zijn verhuizing naar Zuid, betrok Van Veen zelf dat stadsdeel erbij. Maar ook Oost en Noord konden niet achterblijven. “Het werd een soort reizende Parade.”

Van Veen, die zelf inmiddels het podium heeft verlaten om achter de schermen kleinkunstevenementen op touw re zetten, zag met de huiskamerfestivals iets moois ontstaan. “Het was een unieke kans om jong talent en relatief onbekende artiesten met publiek kennis te laten maken en andersom natuurlijk, terwijl de gevestigde namen de huiskamerfestivals gebruiken als try-out voor een nieuwe voorstelling.’’ En het publiek…? Dat is tot dusver dolenthousiast. En dat is al vanaf het begin.

Normaliter komen de artiesten op bezoek in de huiskamer, maar dit jaar gaat het allemaal even iets anders vanwege de coronamaatregelen. “Dit jaar rouleren niet de bezoekers, maar de artiesten”, legt Van Veen uit. “Zo kunnen we de afstand van 1,5 meter garanderen en kunnen we toch een kwalitatief hoogwaardig festival organiseren in verschillende Amsterdamse buurten. Bezoekers kunnen genieten van drie voorstellingen van dertig minuten per stuk op hoog niveau. Denk bijvoorbeeld aan Lavinia Meijer en Sabri Saad el Hamus die een tekst van Arnon Grunberg nieuw leven in blazen. Of de Halve Finalisten van het Amsterdams Kleinkunst Festival.” Op zaterdag en zondag zijn er ook kinderhuiskamerfestivals, gratis alleen moet wel worden gereserveerd.

Aanvankelijk stond het huiskamerfestival in stadsdeel West gepland in de Hollandsche Manege aan de Overtoom op 11 en 12 september, maar vanwege de coronamaatregelen is die locatie weggevallen. Van Veen: “Het is erg jammer dat de Hollandsche Manege zich op het laatste moment moest terugtrekken, maar bezoekers kunnen ervan uitgaan dat we voor de betreffende datum een nieuwe, even unieke locatie in West hebben gevonden. We zullen zo snel mogelijk via de website bekendmaken welke dat is geworden.” In Oost worden de bezoekers op 5 september verwelkomd in de Q-factory, terwijl Amsterdam-Noord de hekken van de sfeervolle en huiselijke Tolhuistuin opent. En Zuid? In stadsdeel Zuid is gekozen een bijzondere locatie achter de VU, namelijk de Botanische Tuin Zuidas. Hier zie je in de prachtige tuin drie voorstellingen van steeds 30 minuten. Nee, de artiesten ontvangen hun gasten al lang niet meer op een kleine zolderkamer.

Voor meer informatie: www.huiskamerfestival.nl

0 Shares