Dick Burger ging van een ‘stoffig kantoor ‘ naar ‘stoffige meubels’

Op een gegeven moment bedacht ik me: wat kan ik gaan doen wat ik leuk vind. Ik was destijds net bezig met het opknappen van een tafel. Dat vond ik leuk. Ik heb er drie weken aan lopen klooien, maar aan het eind kon ik wel zien wat ik die drie weken had gedaan”

Aan het woord is Dick Burger, destijds halverwege de dertig en gebonden aan een stoffig kantoorbaantje. Het geklus aan de tafel deed hem inzien dat hij wat anders wilde en werken met zijn handen, dat beviel hem. Wat volgde was een vierjarige opleiding. “Een houtbewerkingscollege, waar je je de laatste twee jaar moest specialiseren”, vertelt Dick. “Of ik het al in mijn vingers had? Dat idee had ik wel, maar dat viel uiteindelijk toch tegen, haha. Ik heb veel geleerd tijdens de opleiding, maar het meeste leer je door opdrachten aan te nemen. En dat in de zin van: ik heb hier een probleem, en dat probleem wil ik oplossen.”

Hij is geen meubelmaker, maar meubelrestaurateur. In zijn ogen twee compleet andere specialismen. “En ik doe liever één ding goed, dan van beide een beetje.” De winkel aan de straatkant van de werkplaats is dan ook meer toevallig dan bewust ontstaan. “Ik doe hoofdzakelijk restauratie in opdracht. Maar ik kom best wel vaak spullen tegen die ik voor een leuk prijsje kan kopen, waarbij ik denk: ‘dat is niet helemaal in orde, maar als ik dat opknap, is het weer geschikt voor de verkoop. Zo is de winkel ontstaan en het is leuk om te doen.”

Het leukste blijft voor hem altijd nog het restaureren van meubels. “Het leuke daaraan is ook dat je meubels behoudt, voorkomt dat ze in de verbrandingsoven verdwijnen. Er hoeft geen nieuw meubel te worden gemaakt, want dit is er nog. Scheelt weer hout, en dus bomenkap. Een beetje duurzaamheid. Bijkomend voordeel is dat iemand zijn oude, vertrouwde meubel weer in goede staat terug heeft.”

En dat kan dus van alles zijn. Dick: “Veel mensen associëren meubel- restauratie alleen met het opknappen van klassieke meubels, maar het kan net zo goed iets zijn dat je vorig jaar hebt gekocht en waarvan de poot is afgebroken. Het is ook niet per se zo dat ik opknappen van oude meubels leuker vindt, ik vind het plezier in het oplossen van probleempjes. Dat kan ook een stroef lopend keukenlaatje zijn. Ik heb ook wel eens een Ikea-kast, waar in de zijkant een gat was ontstaan omdat er een vorkheftruck tegenaan was gereden, hersteld. Natuurlijk, dat is van een heel andere orde van grootte, maar ook leuk om te doen.”

Zo heeft hij in de zeventien jaar dat hij nu dit vak beoefent, genoeg leuke dingen meegemaakt. Een ladenkast, die dusdanig was beschadigd dat de eigenaresse hem niet meer hoefde. Maar toen ze hem later hersteld in zijn winkel zag staan, wilde ze hem toch maar wat graag terugkopen. “Mensen weten vaak ook niet hoeveel er nog mogelijk is en wat er nog kan worden hersteld”, legt Dick uit. Of zijn herstelwerkzaamheden aan de voorzijde van een bureau voor een televisieprogramma. “Het mocht allemaal niet te veel kosten, dus alleen dat herstellen wat in beeld zou komen… Oké dacht ik, toch leuk om straks op televisie aan de kinderen te laten zien dat ik dat bureau had hersteld. Toen ze het bureau kwamen ophalen, gooiden ze hem op zijn zijkant en schoven hem zo de vrachtwagen in. Mijn god, dacht ik. Toen de kinderen later vroegen bij dat programma of papa dat bureau had hersteld, riep ik snel: nee, niet dat bureau.” Zijn kinderen? Misschien ook zijn opvolgers? “Nee, nee”,, klinkt het resoluut. “Mijn jongens zien dit werk niet zitten. Ze vinden het wel leuk hoor, maar ik zelf zie het ook niet zo zitten voor ze. Het is hard werken, voor weinig geld. Nou is dat op zich niet zo erg, maar het hele eigen ondernemerschap brengt tegenwoordig zo veel onzekerheid, gedoe en problemen met zich mee. Ik vind dit erg leuk om te doen, ik vind het leuk om service en kwaliteit te leveren. Ik doe dan liever wat extra werk, al levert met me niet meer geld op. Ik zie soms herstelde meubelstukken, waarvan ik denk: jemig, dat je daar nog geld voor hebt betaald. Vakmanschap is meesterschap hoor.”

Maar een uitstervend meesterschap dus? “Ach, dat weet ik niet”, vervolgt hij. “Ik heb nu een stagiaire, die zit in een klasje van zes. En je weet niet hoeveel er daarvan uiteindelijk het vak ingaan. Hij is goed, maar vindt het eigenlijk niet leuk. En soms kom je stagiaires tegen die het juist heel leuk vinden, maar waarvan je denkt: ach jongen, jij kunt beter een ander vak kiezen. En er komt best wel wat bij kijken. Ruimtelijk inzicht, een plan maken, welke houtsoorten moet je kiezen, welke lijmsoort en welke lijmverbindingen ga ik maken. Maar… aan de andere kant. Werken met je handen is, als je het kunt, geweldig om te doen. Je wordt er niet rijk van, je bevrediging moet je uit het eindresultaat halen. Als je dat kunt, is een ambacht het mooiste beroep van de wereld.”

De Meubelrestauratoren

Dick Burger en Slobodan Breberina

Rustenburgerstraat 281-285

Dick Burger 06 21952082

Slobodan Breberina 06 44500355

info@demeubelrestauratoren.nl

www.demeubelrestauratoren.nl

Foto: Lex Banning

0 Shares