Kinderen presenteren ideeën om hun buurt leefbaarder te maken

Daar stonden ze dan, groepjes van vier of vijf kinderen uit de groepen 7 en 8 van basisschool Nautilus. Klaar om hun klasgenoten, ouders en een heuse jury te vertellen wat er in hun ogen kan worden verbeterd aan de buurt. En sommige ideeën… daar was bijzonder goed over nagedacht.

De presentatie vormde de finale van het burgerschapsspel Terra Nova. De kinderen worden daarbij begeleid door de stichting Terra Nova. Ze worden geholpen bij het ontwikkelen van de ideeën om een fijner leer- en woonomgeving te maken; hoe kom je samen tot een idee waar iedereen achter staat en hoe vind je daar de juiste partners bij. Leerlingen van de Nautilus hebben hun presentatie nu gehad. Leerlingen uit de groepen 7 en 8 van de scholen Fiep Westendorp en Notenkraker zijn net als hun leeftijdsgenoten van de Nautilus nog bezig met het project en zullen in een later stadium hun idee openbaren.

Voor alle scholen gold dat de opdracht ‘Verbeter de wereld, en begin in de Westlandgracht- en Hoofddorppleinbuurt’ centraal stond. Begeleid door Lisa Hu van stichting Terra Nova – Democratisch Design moesten de kinderen in groepjes in overleg met elkaar ideeën ontwikkelen, waarmee de buurt kan worden verrijkt en de sociale cohesie tussen bewoners kan worden verbeterd. En, niet onbelangrijk, alle leden van de verschillende groepjes moesten akkoord gaan met het plan. Al was er maar een lid van de groep het er niet mee eens, dan moest de discussie opnieuw worden gestart, tot de groep zich unaniem achter het plan schaarde.

Vervolgens moest het plan worden uitgewerkt, inclusief het realiseren schaalmodel van het idee, om het te kunnen presenteren aan klasgenoten, ouders én een deskundige, driekoppige jury, bestaande uit mensen die om wat voor reden dan ook nauw betrokken zijn bij de buurt. Exact één minuut kregen de kinderen om hun plan te promoten, waarna ze aan een serie scherpe vragen werden onderworpen om de haalbaarheid van hun plan te toetsen. En die kritische vragen werden over het algemeen prima gepareerd met doordachte antwoorden.

De plannen die werden gepresenteerd, maakten in ieder geval duidelijk dat kinderen soms dezelfde maatschappelijke problemen zien als volwassenen, dat ze dezelfde ideeën hebben om de omgeving te verbeteren als oudere buurtbewoners én dat ze in hun onbevangenheid soms met betere oplossingen voor maatschappelijke knelpunten komen dan de zogeheten ‘grote mensen’. Misschien wel juist omdat ze er niet te ingewikkeld over nadenken en met een onbevangen blik – niet gehinderd door de bekende beren op de weg – naar hun leefomgeving kijken.

De jury zat er niet om een winnaar aan te wijzen, maar om door middel van het stellen van vragen de kinderen te stimuleren voor de uitvoer van hun plannen ook actie te ondernemen. Niet voor niets maakten onder meer stadsdeel Zuid-bestuurders Rocco Piers en Flora Breemer deel uit van de jury. Juryleden die ook daadwerkelijk iets te zeggen hebben over de buurt en ook bij machte zijn om een eventuele realisatie van de plannen te ondersteunen. Want het blijft niet bij het bedenken en op papier uitwerken van een leuk idee. De kinderen krijgen ook de opdracht om – begeleid en ondersteund – op pad te gaan en zelf partijen te benaderen die kunnen helpen hun plannen tot uitvoer te brengen. Die jury kwam aan het eind van alle presentaties dan ook met feedback en – als sprake was van een mogelijk realiseerbaar idee – tips voor de kinderen welke vervolgstappen te ondernemen.

Wat te denken van het oecumenische idee om verschillende religies onder één dak samen te brengen, waar mensen hun geloof volgens hun eigen tradities kunnen belijden én in een gemeenschappelijke ruimte respect en begrip voor elkaar kunnen kweken door met elkaar in gesprek te gaan. ‘Een erg goed plan’, oordeelde de jury dan ook. “En misschien is het een idee om dan contact te zoeken met bestaande kerkgebouwen. Er staat er in de wijk een kerk leeg, dus misschien moeten jullie daar eens naartoe gaan. Tenslotte is dat ook een gebedshuis en zou dus perfect geschikt zijn voor zo’n idee”, vervolgde de jury, toen door de kinderen ontkennend werd geantwoord op de vraag of er al een locatie was.

En het zal voor Rocco Piers, die als bestuurder verantwoordelijk is geweest voor de veelbesproken herinrichting van de Heemstedestraat, geen verrassing zijn geweest dat de verkeersveiligheid in een van de plannen van de kinderen naar voren kwam. Oversteekplaatsen met zebrapaden en stoplichten realiseren bijvoorbeeld. Omdat in de ogen van dit groepje de oversteek voor kinderen die aan de zuidkant van de Heemstedestraat wonen richting hun school aan de noordzijde van de Heemstedestraat best gevaarlijk is. Hij zegde toe samen met de groep een schouw te houden met een verkeersdeskundige, die dan ter plekke uitleg zou kunnen geven over wat wel en niet mogelijk is en waarom wel of niet.

Flora Breemer, die bij de tweede sessie van deze presentatiemiddag zat, gaat met een aantal kinderen naar de Westlandgracht waar ruimte is voor meer groen. De ideeën die de kinderen daarover hadden, worden samen met haar ter plekke bekeken. En dan gaat het met name over welke bomen dan, want niet elke boom is geschikt voor beplanting aan de kade.

Het project waaraan leerlingen van de Nautilus, Fiep Westendorp en Notenkraker hebben gewerkt, is een uitvloeisel van de Pedagogische Alliantie Westlandgracht, waarbij ook basisscholen Fiep Westendorp en Notenkraker betrokken zijn. “De gemeente Amsterdam steunt sociale initiatieven die de sociale cohesie in een buurt versterken. Voor scholen is er een subsidie om een alliantie aan te gaan met als achterliggende gedachte: Samen staan we sterker als buurt en scholen in gezamenlijkheid optrekken. Het doel van deze samenwerking is om de pedagogische en sociale basis van de leerlingen te versterken”, legt Roel Spits uit.  Hij is gevraagd als projectleider daar handen en voeten aan te geven en het overleg tussen de drie partijen te coördineren. De Pedagogische Alliantie Westlandgracht bestaat nu vier jaar.

Dat kinderen een stuk minder naïef zijn in hun ideeën over een betere leefomgeving dan ouderen (vaak) denken, werd die middag tijdens de presentatie wel duidelijk. “De kinderen zijn ook super enthousiast”, weet Roel. “Ze zien dat ze invloed hebben op hun directe woonomgeving en voelen zich gehoord.” Misschien is het voor beleidsambtenaren en lokale bestuurders niet zo’n slecht idee om eens wat vaker naar kinderen te luisteren en te betrekken bij de ontwikkeling en herinrichting van wijken en straten. Dat kinderen een stuk minder naïef zijn in hun ideeën over een betere leefomgeving dan ouderen (vaak) denken, werd die middag tijdens de presentatie op basisschool Nautilus wel duidelijk.

0 Shares