‘Leerachterstanden zijn niet erger, corona maakte het wel duidelijker’

Het werd uit nood geboren, maar uiteindelijk heeft Jessica Deen haar plekje wel gevonden. Als remedial teacher helpt zij talloze kinderen aan het wegwerken van een leerachterstand. “Kinderen vinden het leuk bij mij aan tafel.”

Door omstandigheden raakte Jessica alles kwijt en moest ze, volledig blut, op zoek naar wat ze kon doen om aan geld te komen. Ze pakte alles aan, tot ze op een gegeven moment een oproep op Facebook tegenkwam: een moeder zocht hulp voor haar dochter, iemand die het meisje uit groep 3 drie keer in de week bijles kon geven tijdens de zomer. “Ik dacht árm kind’, hoe krijg je als ouder dat verzonnen. Met mijn lerarenopleiding op zak besloot ik toch te reageren. Voor mezelf wist ik, ik kan het en ik ben iemand die het tenminste nog een beetje leuker kan maken. Dat was mijn eerste leerling.”

Het bleek dat Jessica de juiste afslag had genomen. Ze had de papieren op zak om Nederlands aan het voortgezet onderwijs te doceren, maar dat zag ze niet zitten. “Ik heb heel veel afwisseling nodig”, legt ze uit. “Bij mij is geen enkele leerling hetzelfde en ik heb hier mijn uitdagingen kunnen vinden. Voor de klas staan, is voor mij minder geschikt, omdat je dan in zo’n routine terechtkomt. Tijdens mijn stages vielen bepaalde leerlingen in een klas mij al op, waarbij ik dan meestal dacht ‘goh, hoe ziet het er bij jou thuis uit. Die pikte ik er dan uit op de gang en ging ik met ze praten. Juist daar de diepte in zoeken, vind ik leuk.”

Tegenwoordig benaderen bezorgde ouders Jessica direct. “Op het moment dat ouders bij mij komen met een verhaal – al sta ik dan op dat moment nog aan de zijlijn – denk ik vaak nog ‘ja maar, volgens mij is dit of dit gewoon over het hoofd gezien’. En daar duik ik dan in. Ik verbaas me er vaak over dat ze dat over het hoofd hebben gezien. Ik doe ook gewoon de vaste testjes die vrij standaard zijn en die in het protocol staan, maar die op school duidelijk niet zijn gedaan. Terwijl het juist de testjes zijn die het probleem blootleggen.”

Ze begeleidt voornamelijk basisschoolkinderen in alle basisvakken – (begrijpend) lezen, rekenen en spelling bijvoorbeeld – en dan het liefst een-op-een. Leerlingen die bij haar komen hebben een leerachterstand ten opzichte van het gemiddelde, of ten opzichte van zichzelf. Met name die laatste groep wordt vaak over het hoofd gezien. “Als een kind bijvoorbeeld overal heel hoog op scoort – rekenen gaat geweldig, begrijpend lezen gaat geweldig, eigenlijk gaat alles geweldig – maar het kind blijft hangen op bijvoorbeeld spelling, dan is dat raar. Dat zegt iets, want dat zou niet zo hoeven zijn. Maar omdat er op spelling dan toch nog beter wordt gescoord dan gemiddeld, valt het niet op. Het is echter toch een opvallend verschil, als je bij anderen vakken dan ver boven gemiddeld scoort.”

Inmiddels is ze al ruim zeven jaar in dit vakgebied aan het werk. Ze heeft sinds 2016 een eigen praktijk, waarin dus ook de coronapandemie die ruim twee jaar duurde. Ervaart ze dat de leerachterstanden daardoor erger zijn geworden? “Eerlijk gezegd, en dat is een beetje vloeken in de kerk, nee. Leerachterstanden zijn niet erger geworden, wel duidelijker. Door het ‘thuisonderwijs’ kregen ouders veel meer zicht op hun kinderen. Als een kind een boekje duidelijk moet kunnen, maar er geen hol van snapt, dan denkt zo’n ouder: ‘Hé, wat gebeurt hier?’ en trekt aan de bel.”

Aan ouders wil ze meegeven vooral veel met hun kinderen bezig te zijn. Dat klinkt, zegt ze, vaag en cliché, maar ouders hebben vaak de neiging om te denken dat school wel weet wat het doet. “Betrek kinderen bij je dagelijkse bezigheden. Laat bij het koken het recept voorlezen, of afwegen en berekenen hoeveel nodig is. Ouders komen bij me met het verhaal dat hun kind slechts is in rekenen. Maar dat kan niet kloppen, zeggen ze dan, want het kind kan al tot twintig tellen. Maar dat zegt niets over de rekenvaardigheid. Als je elke dag oefent, kan een kind tot twintig tellen ja. Maar heeft het kind een idee bij het aantal 15, kan hij 6 en 11 optellen?” Tijdens de lessen probeert Jessica haar doel altijd zo klein mogelijk te houden. “Daar ben ik bewust steeds meer op gaan letten. Ik vind dat het voor kinderen ook heel belangrijk is, dat zij snappen waarmee ze bezig zijn. Kinderen vinden het vervelend als ze merken dat ze dingen slechter doen dan de rest. Dat is funest voor het zelfvertrouwen, en heel vaak wordt dit niet goed begeleid. Natuurlijk vergaat de wereld niet, maar in het hoofd van een kind is het een ramp. Dat zijn problemen die in sneltreinvaart heel groot kunnen worden. Het is echt een trigger voor faalangst. Als ze hier komen, daag ik ze uit. Ik loods ze erdoorheen. Ik laat zien dat ze het kunnen, door ze dingen te laten doen die ze aankunnen. Ze worden niet overvraagd.”

Door de een-op-een-lessen kan ze het kind de aandacht geven die het op dat moment echt nodig heeft. “Ik praat ook niet óver, maar met de kinderen. Zeg ze dat ik heel goed begrijp dat ze liever buiten spelen of gamen. Maar dat we er nu toch zijn, dus laten we er dan het beste van maken.” Ze is sinds begin dit jaar ook specialist begaafdheid. “Het is niet vanzelfsprekend dat een hoogbegaafd kind probleemloos de schoolperiode doorloopt. Op hun manier kunnen ook zij achterstand oplopen en het is interessant om dan uit te zoeken waar dat precies zit.”

Dat alles maakt dat ze nog elke dag met volle teugen geniet van het vak dat ze heeft gekozen. Omdat ze alleen maar leuke lessen heeft, zegt ze glunderend.

Voor meer informatie over de remedial teaching en de bijlessen van juf Jessica: www.bijjufjessica.nl

0 Shares