Linksom of rechtsom, Kune (VVD) en Erik (D66) willen naar de Stopera

Ze kennen elkaar van stadsdeelcommissie Zuid. Ze staan – zij het niet extreem – aan weerskanten van het politieke spectrum, al zijn ze het op veel gebieden best wel met elkaar eens. Kune Burgers (VVD) en  Erik Schmit (D66) staan op de kandidatenlijst van hun partij en gaan voor een zetel in de Amsterdamse gemeenteraad. Wat lonkt er zo in de Stopera?

De successen die op stadsdeelniveau zijn uitgerold, wil Erik nu vertalen naar de hele stad. Iets meer dan vier jaar geleden stelde hij zich verkiesbaar voor de stadsdeelcommissie, omdat hij ‘iets wilde doen met maatschappelijke impact’. “En dat is me goed bevallen. Luisteren naar bewoners en ondernemers en kijken wat je kunt doen om de stad een beetje mooier te maken. We hebben drie grote crises: klimaat, wonen en onderwijs en ik wil die uitdaging wel aangaan de komende periode.”

Kune, nu zo’n anderhalf jaar lid van de stadsdeelcommissie, stelt zich verkiesbaar voor de raad, omdat hij verwacht daar met meer bevoegdheden ook meer te kunnen bereiken. “Ik heb gemerkt dat je in de stadsdeelcommissie op bepaalde onderwerpen echt wat kunt betekenen. Als stadsdeelcommissie heb je een adviserende rol, maar het bestuur kan dat naast zich neerleggen en tot mijn teleurstelling is dat meerdere keren gebeurd. Dat is voor mij de reden om naar de gemeenteraad te gaan, waar je meerderheden kunt vormen en maatregelen in werking stellen.”

D66 zet hoog in op het klimaat met de leus ‘do or die’. In stadsdeel Zuid hebben we in De Pijp en de Rivierenbuurt het ‘groene daken’-initiatief uitgerold, wat zeer veel aftrek vond. We hebben ambachtelijke ondernemers en kleine mkb’ers ondersteund, want die spelen een belangrijke rol in de circulaire economie. Dat kan door de hele stad en daar wil ik me in de raad voor inzetten.” Kune knikt instemmend. Ook zijn partij heeft, zegt hij, duurzaamheid hoog in het vaandel. “Wij willen ook de aandacht vestigen op het isoleren van woningen. Dat kost geld, vraagt mogelijk om subsidies en daar hebben we dan ook geld voor gereserveerd. En wij zijn ook voor zonnepanelen. Daar vinden we elkaar wel.’

Dat is minder het geval in het kader van de woningbouw? Meer middenhuursegment oordeelt de D66’er, meer koop vindt de VVD’er aan de andere kant van de tafel. Erik: “We hebben als doel om 9000 woningen per jaar bij te bouwen en willen inzetten op middenhuur, 750 tot 1050 euro. Daarmee bevorder je de doorstroming vanuit sociale huur en biedt je ruimte aan agenten, verzorgenden en leerkrachten, mensen die we hard nodig hebben in de stad. Er zijn senioren in een grote woning die graag kleiner willen, ook die doorstroming willen we bevorderen. Natuurlijk zonder dat ze daarvoor een hogere huur gaan betalen.”

De VVD heeft daar toch een iets andere kijk op, vult Kune aan, tenminste qua woningbouw. “Wij zetten in op meer koopwoningen. Uit onderzoek is gebleken dat Amsterdammers willen kopen en logisch, want dan bouw je meer vermogen op. Meer dan 50 procent in Amsterdam is sociale huur. Daar zitten ook mensen in die daar geen recht op hebben, bied hun de kans om het te kopen en ga van dat geld bouwen.

Probeer niet iedereen in een huurwoning te duwen. De verhouding is scheef. Zo veel mensen die recht hebben op een sociale huurwoning heeft Amsterdam niet. Je moet veel meer naar de behoefte kijken. Waar is vraag naar en veel meer Amsterdammers willen kopen.”

Erfpacht afschaffen en vooral duurzaam bouwen, gaat Kune verder. “Daar zijn wettelijke normen voor, maar Amsterdam maakt die normen nog een stukje strenger. Daarom willen bouwbedrijven niet bouwen in Amsterdam, want die gaan hier echt niet – en dat doet niemand – met verlies bouwen. Maar dat is nog niet doorgedrongen tot dit linkse college.” Het verschil zit-em in het feit dat D66 sneller wil verduurzamen, zegt Erik. “De klimaatcrisis is echt dringend en dus is het noodzaak dat we klimaatneutraal bouwen, en stellen we hogere duurzaamheidseisen. Omdat het nu moet als we Amsterdam leefbaar willen houden.”

Dan komt er een moment waarop ze het aanvankelijk eens zijn, het onderwijs. Het lerarentekort is een groot probleem, klinkt het van weerskanten. Investeren, roept Erik, in vakkundige leraren die ook een woning in de stad kunnen krijgen. “En geef kinderen één rijke dag in de week met vers fruit, gezonde maaltijden, cultuur en sport. Ik schrik ervan als ik hoor dat in Nieuw-West kinderen met honger naar school moeten.” Volgens Kune wordt er al fruit uitgedeeld op bepaalde scholen. “Dat is niet zozeer een taak van de overheid.”

Hoe anders is dat met de veiligheid in de stad en zeker met het toenemend geweld tegen bepaalde bevolkingsgroepen op straat. Daar ligt toch zeker een taak voor de overheid. Eens, zegt Kune. “We vinden dat er te veel geweld is tegen andersdenkenden, die willen zijn zoals ze zijn en willen geloven wat ze willen geloven. Ik heb er diep respect voor als ik door Nieuw-West fiets en ik zie een regenboogvlag uit een raam hangen. We moeten meer voorlichting geven op scholen. Voorlichting over wat belangrijk is in Nederland. Dat is de vrijheid om jezelf te kunnen zijn. Maar we willen ook een veiligheidsbrigade. Daders opsporen en bestraffen. Natuurlijk moet je het gesprek aangaan, maar je mag ook een voorbeeld stellen. En je moet niet bang zijn het ook te benoemen als dat meer gebeurt in Nieuw-West.”

Erik knikt soms instemmend, maar schudt af en toe ook het hoofd. “Ook wij vinden dat je jezelf moet kunnen zijn. Het is belachelijk dat homo’ op sommige plekken niet hand-in-hand kunnen lopen en travestieten uit taxi’s worden gezet. Dat moet je aanpakken en bestraffen. Maar ook daarbij moet je investeren in onderwijs. Er zijn scholen in Nieuw-West die kinderen leren wat het is om andersdenkend te zijn. Hoe wij denken over vrij leven. En die scholen betrekken ook de ouders erbij. Ik ben trots op de vrije stad die we zijn.”

Kune: “Dan haal ik even het boek van Lale Gül erbij. Ze is opgegroeid in een omgeving waar alleen Turks werd gesproken en werd neergekeken op de Nederlandse samenleving. Dan is er dus geen sprake van samen leven, leer je nooit de Amsterdamse waarden kennen en krijg je nooit begrip voor je buurman.”

“We moeten oppassen dat we niet gaan stigmatiseren”, reageert Erik. “Ik wil toch de andere kant belichten. Er zijn heel veel jongeren met een immigratieachtergrond die naar school gaan en leren, die hartstikke goed werk doen en bijdragen aan onze stad en dat vind ik mooi, want dat maakt onze stad divers. Dat maakt niet uit dat als iemand zich niet gedraagt, daarmee in gesprek gaan en moeten handhaven. Bepaalde dingen hoef je niet te accepteren.” Kune: “Dat wil ik ook niet weerspreken, daar ben ik het mee eens.”

Het is even stil. Op de vraag of er nog iets ter sprake moet komen, oordeelt Kune dat het huidige college de laatste tijd te veel geld heeft uitgegeven en de hoofdstedlijke financiën er daardoor beroerd voorstaan. En dat de hardnekkige afvalproblematiek nu echt eens moet worden aangepakt. “Dat moet de komende vier jaar op orde zijn en zo moeilijk is het niet. Andere grote steden kunnen het ook, waarom Amsterdam dan niet”, zegt hij. Erik beaamt dat laatste en besluit dat hij voor de aanpak van de woon-, klimaat en onderwijscrisis wil samenwerken met ‘bewoners, ondernemers en de andere raadsleden.’

“Maar niet met iedereen”, klinkt het dan nadrukkelijk. “Wij sluiten elke samenwerking met Forum voor Democratie uit als coalitiepartner de komende vier jaar uit. Volgens mij moet je daar richting de kiezer duidelijk in zijn.’’ Dan, richting Kune: “Sluiten jullie iemand uit?” “Hetzelfde”, antwoord Kune, “Maar wat ik wel vind, er stemt een behoorlijk aantal mensen op. Mensen die niet goed begrijpen wat er aan de hand is. Die mensen moeten we niet opzijzetten, maar juist mee in gesprek gaan.”

0 Shares