Verkeersslachtoffers

Komend uit de Lutmastraat bij het stoplicht met de Van Woustraat zal ik – op basis van mijn ervaringen daar met de verkeerssituatie – zelden of nooit direct optrekken als mijn verkeerslicht op groen springt. Doe je dat daar wel, dan is de kans groot dat er een fietser of scooter op je motorkap belandt. En is het geen fietser of scooter , dan is het wel een auto die in de zijkant van je auto knalt, omdat hij of zij nog net even dat rooie licht meepikte. Er zijn maar weinig fietsers en scooters die, rijdend richting de Rijnstraat, het rode licht eerbiedigen.

Omdat ik hier regelmatig vanuit de Lutmastraat de Van Wou opdraai, noem ik dit kruispunt even als voorbeeld. Maar je kunt bijna elke willekeurig kruispunt in Amsterdam gebruiken, omdat daar hetzelfde gebeurt. In zuidelijke richting op de Parnassusweg bij groen licht rechtsaf de Boelelaan inrijden en het halve studentenkorps van de Vrije Universiteit schiet nog even snel voor je langs.

Ik kom hierop, omdat Het Parool eind januari naar aanleiding van een onderzoek melding maakte van een toename van het aantal ongevallen in Amsterdam. Uit onderzoek blijkt dat van de bijna vijfduizend verkeersslachtoffers in de stad, de helft op de fiets zat. Kijkend naar het totaal aantal verkeersslachtoffers per stadsdeel, dan is Zuid met 911 ongevallen koploper en samen met Centrum en Nieuw-West goed voor 55 procent van de verkeersongevallen. Op de fiets blijken 18-24-jarigen in aantal verkeersslachtoffers de belangrijkste groep; op brom- en snorfietsen geldt dit voor de leeftijdsgroepen 12-17 jaar (29 procent) en 18-24 jaar (32 procent).

Nu zijn met name jongeren op fiets en scooter, niet altijd de meest betrouwbare weggebruiker. Vaak onberekenbaar schieten ze van links naar rechts over de weg, geven niet of nauwelijks richting aan en verwachten dat de rest van de weggebruikers maar rekening met hen houdt. Beseffend dat een fietser of scooterrijder kwetsbaarder is dan ik in mijn Renault Scenic, probeer ik daar altijd wel rekening mee te houden. En nee, ik ben niet roomser dan de paus. Ook ik was vroeger, en af en toe nog wel, een hel voor automobilisten als fietser.

Ondanks dit alles, elk verkeersslachtoffer – zeker met ernstige of fatale gevolgen – is er één te veel en in de meeste gevallen ook onnodig. En wat ik al vaker op deze plek heb bepleit, is dit niet alleen op te lossen met regeltjes. Gedragsverandering bij álle weggebruikers, door meer respect voor elkaar te hebben, zal meer effect hebben dan nog een stoplicht of een extra verkeersdrempel.

Als we dan toch in de fase van de goede voornemens zitten, laten we elkaar dan wat meer de ruimte geven als weggebruikers; zonder haantjesgedrag, stoerdoenerij of nog even dat ene appje beantwoorden. Nul verkeersslachtoffers in de stad is misschien onmogelijk, maar wel een mooi streven.

Nol de Vries

0 Shares